Verschillende klanten laten ons weten dat Luc er tot hun grote spijt mee stopt. “Velen zullen hun laatste knipbeurt met de gouden schaar niet snel vergeten”, zegt Romain Coorevits. Michel Peeters is al meer dan veertig jaar klant. Hij komt vanuit Bornem speciaal naar Mechelen om zijn haar te laten knippen. “Al sinds mijn twaalfde, toen er in Eikevliet geen kapper meer was. Mijn vader, die ooit in Mechelen woonde, kwam altijd bij Luc zijn vader”, vertelt hij.
In Klein-Brabant zijn er nochtans veel kappers, maar voor Michel ging er niets boven de hand van Luc. “De service en het decor maken het hem. Bij Luc heb je ook een babbel. Is het niet over auto’s, dan praten we over reizen. Als je iets zoekt, weet hij altijd een goed adresje”, zegt Luc. Een keertje ging hij eens naar een barbershop. “Luc had dat meteen gezien, het is zijn stiel natuurlijk.”
Vakman puur sang
Zelf is Luc een vakman pur sang. “Onze stiel gaat erop achteruit. Het is jammer dat je tegenwoordig geen opleiding meer moet volgen om kapper te worden. Iedereen kan een bordje kapper ophangen, maar dat betekent nog niet dat je kan knippen”, vertelt hij. De knepen van het vak leerde hij destijds van zijn vader Rik en zijn grootvader Frans, die les gaf in de kappersopleiding van het toenmalig Stedelijk Instituut voor Technisch Onderwijs (SITO). Sinds 1973, meer dan vijftig jaar, is Luc intussen zaakvoerder. “Ik ben me altijd blijven bijscholen. Vorig jaar ben ik nog naar beurzen geweest”, zegt hij.
Als het van hem afhangt, zou hij nog doorgaan. “Mijn moeder, die bijna 95 jaar is, vraagt meer en meer zorg. Ik wil er dus meer zijn voor mijn familie, ook voor mijn echtgenote. Daardoor moest ik soms schuiven met de afspraken van mijn klanten en dat doe ik niet graag”, legt Luc uit. Dus viel het verdict om er na bijna 55 jaar mee te kappen. Daarmee komt er een einde van een lange traditie van liefst zeven generaties.
“Het geeft mij veel voldoening als ik mijn klanten ergens tegenkom en ze zien er goed gekapt uit”
Luc Van Lil (70)
Zeven generaties
“Die gaat terug tot de vijftiende of de zestiende eeuw. Kappers in de familie waren vroeger ook nog ‘chirurgijnen’. Die hebben naar verluidt zelfs nog bloedzuigers gezet en aderlatingen uitgevoerd”, vertelt Luc. Zijn grootouders hadden indertijd een grote kapperszaak in de Désiré Boucherystraat. “Ze knipten dames en heren en ze maakten eigenhandig pruiken.” Toneelspelers gingen er zelfs langs om zich te laten schminken.
De voorbije decennia was de zaak in de Louizastraat gevestigd. Het pand straalt charme uit. “Alleen al voor het plafond zou je hier naar de kapper komen”, zegt Fernand Verreth, een van zijn vele klanten. Luc houdt van dat authentieke. “De toog ben ik begin de jaren zeventig gaan weghalen bij mijn grootouders.”
De voorbije dagen knipte Luc zijn laatste klanten, van 7 uur ’s morgens tot 22 uur ’s avonds. Dat zijn lange dagen voor iemand van zijn leeftijd. Zaterdag is het echt zijn allerlaatste dag. “Het was voor mij een echte passie, een hobby. Je job moet je graag doen en voor mij was dat echt een passie. Het geeft mij veel voldoening als ik mijn klanten ergens tegenkom en ze zien er goed gekapt uit”, zegt Luc.
Overvolle agenda
Hoe hard ze hem gaan missen, blijkt uit zijn overvolle agenda. Sommigen grepen nipt naast een laatste knipbeurt. “Toen ze mij belden, vroegen ze mij om zeker iets te laten weten, mocht er toevallig nog een plekje vrijkomen.” Er zijn er ook die hem liever niet zien stoppen. “Sommige klanten willen me zelfs 100 euro betalen als ik blijf knippen, maar dat ga ik niet meer doen. Voor mijn kinderen en kleinkinderen maak ik natuurlijk een uitzondering.”
Afscheid nemen, had Luc graag van alle klanten nog eens gedaan, maar de oudere uit de rand bleven de jongste tijd opvallend weg. Op het eenrichtingsverkeer dat werd ingevoerd op de vesten heeft Luc het dan ook niet begrepen. “Daardoor ben ik meer dan honderd oudere klanten uit Bonheiden en Keerbergen kwijtgespeeld. Ze hadden een boete gekregen en ze komen niet meer omdat ze hier moeilijk geraken. Dat is een groot probleem.”