In februari 2021 hebben jongeren onder de 25 jaar het minst aantal dagen gepresteerd. Dit komt omdat de tijdelijke werkloosheid ook in februari hoger lag bij werknemers jonger dan 25 jaar, dan bij alle andere leeftijdscategorieën. 5,6 procent van de te werken dagen waren jongeren tijdelijk werkloos.
In het algemeen blijkt dat hoe lager de leeftijd, hoe hoger de tijdelijke werkloosheid is (met uitzondering van de 60-plussers). De 60-plussers zijn de tweede leeftijdscategorie die het meest te kampen krijgen met tijdelijke werkloosheid, namelijk 4,22 procent.
Op het hoogtepunt van de crisis, in april vorig jaar, kenden werknemers jonger dan 25 jaar de hoogste tijdelijke werkloosheidsgraad: 30 procent. Dat betekent dat de -25 jarigen één derde van de te werken dagen op technische werkloosheid stonden.
Deze crisis treft niet alle sectoren even hard. De sectoren waar vooral jongeren onder de 25 jaar actief zijn, worden het zwaarst getroffen volgens Geert Vermeir, Juridisch adviseur bij SD Worx. “In deze leeftijdscategorie hebben we een grote groep jongeren zonder hogere opleiding die meer tewerkgesteld zijn in sectoren die zwaar onder de crisis hebben geleden. Deze sectoren zijn: kappers en schoonheidszorgen, horeca, schoonmaak, handel in voeding, socioculturele sector, garages, groenaanleg en -onderhoud en de grondafhandeling luchthavens.”
Hoger verzuim bij jongeren
In februari 2021 zijn jongeren onder de 25 jaar ook vaker afwezig op het werk dan andere jaren in dezelfde periode. Het middellang ziekteverzuim (tussen 1 maand en 1 jaar) van deze leeftijdscategorie is 40 procent hoger dan in februari 2020 en dubbel zo hoog als in februari 2019.