“We hebben meer dan twintig M109A4BE 155mm zelfrijdende houwitsers op de internationale markt aangekocht. We hebben ze opgeknapt en ze zijn nu op weg naar Oekraïne”, zo kondigde de Britse minister van Defensie Ben Wallace midden juni 2022 aan in de marge van een NAVO-top in Brussel.
Het zijn die, door Oekraïne erg gegeerde zelfrijdende tanks van Amerikaanse makelij met artillerie met bereik van meer dan 20 kilometer, die nu opduiken op het twitteraccount Ukraine Weapons Tracker. “Ze werden nog niet eerder op het slagveld gezien, tot nu”, staat te lezen in het bijschrift.
De ‘internationale markt’ waar Defensieminister Wallace over spreekt, situeert zich meer bepaald in België en de houwitsers in kwestie behoorden tot 2015 toe aan het Belgische leger. Maar waarom Groot-Brittannië en niet ons land het wapentuig leverde aan Oekraïne, zit zo.
Tussen 2000 en 2007 liet toenmalig defensieminister André Flahaut (PS) de welgeteld 64 exemplaren onderwerpen aan een grondige opfrisbeurt à rato van 21 miljoen euro. De volgende regering onder leiding van Yves Leterme (CD&V) nam de tanks in 2008 uit dienst, omdat de zware artillerie niet meer paste in de militaire strategie. Bovendien moest er jaar na jaar flink worden bespaard, ook bij het leger.
Dumpingprijs
In 2015 besliste bevoegd minister Steven Vandeput (N-VA) van de Zweedse regering dan maar om de pantserhouwitsers te verkopen. Ze waren te duur in onderhoud en werden samen in een lot met nog ander militair materieel verpatst voor 1,75 miljoen euro aan Flanders Technical Supply, een privébedrijf gespecialiseerd in de aan- en verkoop van militaire overschotten van over de hele wereld. Een zeer lage prijs dus, in defensiekringen maakt men zelfs gewag van een “dumpingrijs”.
De 64 tanks werden vervolgens opgeslagen in een hangar in Tisselt (Willebroek). 38 stuks werden al snel verkocht aan Indonesië. De resterende houwitsers belandden volgens sommige berichten in handen van OIP, een firma gespecialiseerd in onder meer hoogtechnologisch militair- en ruimtevaartmaterieel, met vestigingen in Oudenaarde en Doornik. Daar ontkent men met klem elke betrokkenheid. “Daarvoor moet u bij Flanders Technical Supply zijn, maar die firma is tegenwoordig zowel per mail als telefonisch niet meer bereikbaar. Tot genoegen”, klinkt het bij OIP.
“Meer dan tien keer de aankoopprijs”
Zware artillerie die stof staat te vergaren maar voorts nog in perfecte staat verkeert, daar kan Oekraïne wel wat mee. De Oekraïense regering lanceerde dan ook een smeekbede bij de Belgische regering, die op haar beurt ging aankloppen bij FTS. De firma wilde echter boter bij de vis, goed wetende dat de oorlog in Oost-Europa een grote zoektocht naar wapens had ontketend. Volgens een bron van De Morgen vroeg het een bedrag van “meer dan tien keer de aankoopprijs” waarvoor de Belgische staat de M109’s destijds verkocht had.
Te exorbitant en dus sprongen de onderhandelingen af en moest België Oekraïne ontgoochelen. “De levering gaat niet door”, verklaarde minister van Defensie Ludivine Dendonder (PS) eind mei in de pers. In de Kamer verklaarde de minister dat het wapenarsenaal intussen overigens al verkocht was aan een andere afnemer.
Gelukkig voor de Oekraïners bleek het om de Britse regering te gaan, die wel tot een deal kwam met de verkoper, en de “meer dan twintig” houwitsers wilde betrekken in de wapenleveringen aan het geplaagde land. Om hoeveel tanks het precies ging en hoeveel FTS er precies aan verdiende, daarvoor konden we helaas dus niet terecht bij het bedrijf.