Met enthousiaste verbazing zagen de vrijwilligers van Hnita vzw de enorme respons op hun oproep: niet alleen media deelden gretig het verhaal van de legendarische jazzclub, uit heel Vlaanderen stroomden giften en enthousiaste reacties toe.
“Wij renoveren binnenkort onze zaal en doen onze theaterstoelen weg”, kwam een mailtje langs de ene kant binnen, terwijl het aan de andere kant klonk: “Naast boerderijen stond er traditioneel een notenboom, die kom ik met genoegen voor jullie planten.”
“Hartverwarmend, al die positieve reacties en de bereidwilligheid tot storten”, zegt Peter Anthonissen, zoon van oprichter Juul. “Dat we na 10 dagen al meer dan de helft van het geld hebben ingezameld, is ronduit overweldigend.”
De Hnita Jazz Club blijft campagne voeren en hoopt het overige deel van de gewenste 50.000 euro voor de zomer rond te krijgen. “Dan kan de club de deuren weer openen in 2022”, besluit Anthonissen.
De Hnita Jazz Club is een van de oudste actieve jazzclubs in Europa met een verleden dat resoneert tot ver buiten de landsgrenzen. Opgericht in 1955, organiseerde de club meer dan 1000 concerten met ronkende namen uit de Belgische en internationale jazzscene zoals Chet Baker, Art Blakey, het Brussels Jazz Orchestra, Dexter Gordon, Abdullah Ibrahim, Keith Jarrett, Abbey Lincoln, Charles Mingus, Gregory Porter, Sun Ra, Toots Thielemans en vele anderen.
In 2018 kreeg de Hnita Jazz Club een indrukwekkende doorstart die de toekomst van de club verzekert. Meer dan honderd vrijwilligers verenigden zich om de geschiedenis van de Hnita Jazz Club te bewaren en verder uit te bouwen. Ze brachten 250.000 euro bij elkaar om de Hnita-Hoeve, de vaste locatie van de club, aan te kopen. Daarna werd via de coöperatieve vennootschap Socrowd een lening van 150.000 euro afgesloten om de nodige structurele verbouwingen aan het gebouw te financieren.
Na deze campagne zal de vernieuwde werking bijna 450.000 euro bij elkaar gebracht hebben om de Hnita-Hoeve aan te kopen en te renoveren en dit zonder overheidssteun. Een cijfer waaruit blijkt dat een breed publiek bereid is zich te engageren voor kunst en cultuur en het voortbestaan van kleinere podia.
