Glastuinbouwers hebben extra ruimte nodig

Glastuinbouw40% van alle glastuinbouw in Vlaanderen situeert zich in de provincie Antwerpen. Door een onzeker toekomstperspectief of gebrek aan kansen breiden de serrebedrijven niet meer uit of verouderen ze. In het kader van het EFRO-project (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) werd gezocht naar oplossingen. Binnen twee macrozones voor glastuinbouw, Sint-Katelijne-Waver en Hoogstraten, werd de haalbaarheid van glastuinbouwclusters onderzocht. Die haalbaarheid is echter zeer beperkt, zo bleek uit de resultaten van het onderzoek die werden voorgesteld door de dienst Landbouw- en Plattelandsbeleid van de provincie Antwerpen en haar partners.

Bij aanvang van het project werd nagegaan in hoeverre door de overheid gestuurde clustervorming van glastuinbouwbedrijven haalbaar is op technisch, juridisch en financieel vlak. Bedoeling was om tot een draaiboek te komen voor de concrete realisatie van een clustergebied voor glastuinbouw. Snel werd duidelijk dat het onderzoek vanwege ruimtelijke en maatschappelijke beperkingen moest worden verruimd tot andere manieren om de glastuinbouwsector te ondersteunen in haar ontwikkeling.

Zowel in Vlaanderen als in het buitenland vertoont de glastuinbouwsector een tendens naar schaalvergroting: minder, maar grotere glastuinbouwbedrijven. In het kader van dit EFRO-project werd een bevraging gedaan bij glastuinbouwers. Hieruit is gebleken dat de helft van de ondervraagde bedrijfsleiders behoefte heeft aan extra ruimte: een meerderheid op de huidige vestigingsplaats en een minderheid op een nieuwe locatie. Dit is niet evident vanwege de toenemende druk op landbouwgrond, versnippering en ruimtetekort.

“Een mogelijk antwoord werd gezien in de projectmatige ontwikkeling van glastuinbouwclusters. Hoewel deze aanpak zijn voordelen kan hebben op economisch, ecologisch en ruimtelijk gebied, is uit dit project gebleken dat de ruimtelijke mogelijkheden en het maatschappelijk draagvlak hiervoor binnen de onderzochte cases in de provincie Antwerpen beperkt zijn”, aldus Koen Eyskens van de dienst landbouw- en plattelandsbeleid. “Het onderzoek werd dan ook verruimd tot andere manieren om de glastuinbouwsector te ondersteunen in zijn autonome ontwikkeling. Het EFRO-project omvat een ruimtelijk onderzoek, een financiële analyse en een energie- en emissiestudie en we hebben ook oog gehad voor landschapsintegratie. Het project heeft een aantal waardevolle inzichten en werkmiddelen voortgebracht waarmee glastuinbouwers en beleidsmakers samen aan de slag kunnen gaan.”