Themabeeld Payconiq Foto: Belga

Federale overheidsdienst ontvangt bijna 2.000 meldingen over handelaars die geen elektronisch betaalmiddel aanbieden

Sinds 1 juli 2022 moeten alle bedrijven hun particuliere klanten minstens één elektronisch betaalmiddel aanbieden. De federale overheidsdienst Economie ontving sindsdien 1.881 meldingen over handelaars die de verplichting aan hun laars lappen.

Vorig jaar controleerde de FOD Economie enkel op basis van meldingen, zo laat de overheidsdienst weten in een persbericht. De inspecteurs stelden op die manier 316 inbreuken vast. Bij een eerste inbreuk en als het bedrijf te goeder trouw bleek, kreeg de handelaar enkel een waarschuwing. “We hebben vooral gesensibiliseerd”, zegt woordvoerster Lien Meurisse.

Sinds dit jaar maakt de controle op het aanbieden van een elektronisch betaalmiddel deel uit van de algemene onderzoeken die de Economische Inspectie uitvoert. Er zijn nu dus ook proactieve controles. Dit jaar stelde de inspectie 103 inbreuken vast op 2.105 controles. Handelaars riskeren een boete die kan liggen tussen 26 en 10.000 euro. Intussen treedt de FOD wel meer bestraffend op.

QR-code

Ondernemers hebben verschillende mogelijkheden om aan de verplichting te voldoen. Een handelaar is al in orde als hij bijvoorbeeld aan de kassa een papier ophangt met daarop een bankrekeningnummer waarop klanten het bedrag kunnen storten. Ook een QR-code via de bankapp is voldoende, zegt Meurisse. Handelaars mogen klanten geen extra kosten aanrekenen voor een elektronische betaling.

Overigens benadrukt de FOD Economie dat handelaars ook cash geld niet mogen weigeren, behalve in bepaalde uitzonderlijke en tijdelijke gevallen. In 2022 ontving de overheidsdienst 316 meldingen van consumenten die niet cash konden betalen. In 2023 zijn het er tot nu toe al 179.