Zo’n 15 procent van de bevraagde bedrijven doet beroep op tijdelijke werkloosheid en die groep zal waarschijnlijk nog groter worden. “8 procent geeft aan dat het binnen zes maanden wellicht nodig zal zijn om beroep te doen op technische werkloosheid”, klinkt het.
De industrie verwacht volgens de bevraging voor 2023 een achteruitgang van de economische activiteit met 6 procent, in de bouwsector bedraagt dat respectievelijk 8 procent. Bedrijven geven aan dat die achteruitgang vooral te wijten is aan de hogere loonkosten (62%). Op nummer twee staat het gebrek aan vraag (53%) en op nummer drie personeelstekort (40%). “Als je in ons land een product wil maken of een dienst wil leveren, is dat duurder dan in andere landen, daardoor daalt ook de vraag”, zegt Voka. De bedrijven maken zich ook zorgen om de hogere energieprijzen (31%) en de geopolitieke situatie (22%).
Voor Laveren is het duidelijk. “We kunnen ons niet permitteren om een jaar niets te doen en ondertussen onze economie, groei en welvaart op het spel te zetten”, zegt hij. “Voka gaat niet stilzitten en toekijken hoe de industrie- en bouwsector klappen krijgt. In onze regio zijn die twee sectoren goed voor 37% van de toegevoegde waarde, goed voor 14 miljard euro. We vragen daarom concrete maatregelen.”
Federaal en Vlaams niveau
De maatregelen bestaan op federaal niveau uit: verlenging tijdelijke verlaging van patronale bijdragen in komende kwartalen, het uitstel van RSZ-werkgeversbijdragen voor bedrijven in moeilijkheden en maximale korting op transmissienettarieven voor energie-intensieve bedrijven.
Op Vlaams niveau vraagt Voka voor: een robuust vergunningenkader met goedkeuring voor een beter onderbouwd stikstofdecreet, een geïntegreerd industrieel beleid met focus op terugdringen van loon- en energiekosten en een nieuw financieringsinstrument voor industriële klimaatinvesteringen.