Grote markt fietsen

Eén op twee neemt de fiets naar het werk

MECHELEN – LIER - In de provincie Antwerpen nam één op de twee personen al eens de fiets om zich naar het werk te verplaatsen. Eén op vijf (19,1 %) van de Antwerpse werknemers gebruikt zijn fiets zelfs altijd om naar het werk te gaan. Dat blijkt uit de vijfde editie van de jaarlijkse mobiliteitsbarometer van hr-dienstenbedrijf Acerta bij 40.000 bedrijven.

Antwerpen is daarmee dé fietsprovincie van het land. Algemeen blijft de auto weliswaar koning. In België heeft één op de vijf bedienden nu een bedrijfswagen, dat is alweer 5,5 % meer dan in 2019. “Corona heeft de fiets een boost gegeven, maar de auto toch ook op zijn troon gehouden. Dat laatste hoeft niet noodzakelijk slecht te zijn, want ook na corona zullen we door het succes van thuiswerk minder kilometers van en naar het werk afleggen”, zegt Ann Debacker van Acerta.

Steeds meer fietsers
Ieder jaar ontdekken steeds meer werknemers de voordelen van de fiets om naar het werk te pendelen. Ook in 2020 maakte de tweewieler, mede dankzij corona, een sprong voorwaarts: nationaal gebruikte exact 1 op 3 werknemers (33,3 %) de fiets voor het woon-werkverkeer, in Antwerpen is dat zelfs bijna 1 op 2 werknemers (48 %). 14,6 % van de Belgen stapt zelfs altijd op zijn tweewieler als hij/zij naar het werk moet, ook dat overtreft Antwerpen met 19,1 %.

Combinatie
Een deel van de werknemers gebruikt de tweewieler wel nog steeds in combinatie met een ander vervoermiddel. In die combinaties blijft de auto erg populair. In 2020 combineerde 17,2 % van de Belgische werknemers auto en fiets regelmatig, tegenover 15,0 % in 2019; voor de provincie Antwerpen gaat het voor 2020 zelfs over 27,4 % van de werknemers die kiezen voor de combinatie van auto en fiets.

Fietsvergoeding
Ook de fietsvergoeding surft mee op de populariteit van de fiets. Eén op vijf Belgische werknemers geniet al van een fiscaal voordelige fietsvergoeding per getrapte kilometer. Het aantal fietsvergoedingen is op vijf jaar met maar liefst 60 % gestegen: van 12,5 % in 2015 naar 20 % in 2020.

1 op 5 Belgische bedienden uit de private sector beschikt (nog steeds) over een bedrijfswagen. Dat zijn er 5,5 % meer dan in 2019 en een kwart meer in vergelijking met vijf jaar geleden. De stijging van het aantal bedienden met een bedrijfswagen zet zich dus ondanks – of juist dankzij – corona onverminderd door.

Thuiswerk
“Uiteraard reed de Belg door het vele thuiswerk veel minder kilometers van en naar het werk”, zegt Ann Debacker van Acerta. “Dat thuiswerk zal dit jaar geleidelijk evolueren naar een hybride model van afwisselend wel en niet naar kantoor. Voor vele van die verplaatsingen zullen werknemers nog steeds de (bedrijfs)wagen blijven nemen, al dan niet in combinatie met de fiets. Dat hoeft op zich niet slecht te zijn. Als we in de toekomst maar twee keer per week naar kantoor rijden in plaats van vijf, vermindert het aantal afgelegde pendelkilometers aanzienlijk. In die zin heeft corona ons autogebruik duurzamer gemaakt. Daarenboven zet de ommekeer naar kleinere, groenere wagens zich ook verder door. Ik pleit er daarom voor om de (bedrijfs)wagen niet meteen te bannen, maar wel de automatische koppeling aan een bepaalde functie in een bedrijf te herzien. Haal de bedrijfswagen uit het standaard loonpakket en voorzie voor iedereen een budget waar de werknemer zelf de gewenste invulling aan kan geven.”