Met de Green Deal die Europa lanceerde wordt het er niet eenvoudiger op. Europa wil in 2050 het eerste klimaatneutrale continent ter wereld worden. Op dit moment is de transportsector in Europa verantwoordelijk voor een kwart van de totale CO2-uitstoot. De doelstelling die in de Green Deal is opgenomen voor de transportsector: een reductie van de uitstoot met 90 procent in 2050 moet een belangrijke stap zijn richting duurzaam transport.
Weinig alternatieven
Een hele opdracht voor de transportsector want vrachtwagens stoten nu eenmaal CO2, stikstof en fijnstof uit. Bovendien zijn er voorlopig amper waardige alternatieven. Er zijn wel trucks op CNG (aardgas) die geschikt zijn voor ritten met een beperkte actieradius. Ook LNG (vloeibaar gemaakt aardgas) bestaat als brandstof voor vrachtwagens maar er zijn dan weer te weinig tankstations en het tanken is nogal omslachtig. Elektrische trucks bestaan ook al maar zijn omwille van de beperkte actieradius en de hoge kostprijs nog geen waardig alternatief. Voor de stadsdistributie worden elektrische bestelwagens wel al regelmatig ingezet.
In afwachting van de komst van schonere technologie kunnen we bijvoorbeeld inzetten op efficiëntere en meer gerichte inzet van vrachtauto’s en bestelwagens.
Hoe kunnen we dan toch duurzaam transport realiseren?
In afwachting van de komst van schonere technologie kunnen we bijvoorbeeld inzetten op efficiëntere en meer gerichte inzet van vrachtauto’s en bestelwagens. Een mogelijke oplossing is dan bijvoorbeeld investeren in elektrische voertuigen voor leveringen in de steden. Voertuigen met lage uitstoot in de buitengebieden en gebruik van biobrandstoffen. Minder kilometers rijden door de logistieke keten efficiënter te maken en de beladingsgraad van vrachtwagens te verhogen.
Wat zeggen de experten?
Professor Mark Pecqueur van Thomas More Hogeschool is een autoriteit op het vlak van alternatieve brandstoffen. Hij is een grote pleitbezorger van waterstof maar ook hij beseft dat het voor de transportsector niet eenvoudig is. “Vooral de modus operandi van transportbedrijven maakt veel ideeën onmogelijk. Transportbedrijven aarzelen om te investeren in elektrische vrachtwagens omdat ze geen langdurige contracten hebben met hun klanten. Bovendien is de elektriciteitsprijs recent sterk gestegen.” De game changer is volgens professor Pecqueur het autonoom rijden. “Bij ons zijn er momenteel 5000 vacatures voor truckchauffeurs, in het Verenigd Koninkrijk zelfs 100.000. Chauffeurs vinden is heel moeilijk. Als er morgen autonome rijdende trucks zijn is een deel van dat probleem opgelost. Mercedes maakt zich nog steeds sterk dat ze in 2025 een eerste zelfrijdende vrachtwagen op de markt zullen brengen. Zo’n tuck rijdt onbemand en kan dus 24 op 24 rijden. Bovendien valt de personeelskost weg. Voor grotere afstanden verwacht ik ook veel van vloeibare waterstof. Ook die technologie zit in een stroomversnelling.”
Serge Gregoir, CEO van Eutraco, kiest resoluut voor duurzaamheid. “De tijd dat we nog moesten nadenken óf we zouden verduurzamen is al lang voorbij. De vraag is nu: hoe moeten we daar op inspelen. Wij willen met Eutraco een voortrekkersrol in spelen. Onze klanten verwachten dat ook. Maar er is nog altijd de economische realiteit… wil men daar voor betalen? Voorlopig an je dieselmotoren nog niet wegdenken. De grootste uitdaging op dit ogenblik is congestie, een chauffeurstekort en de stijgende vraag voor transport.
Louis De Wael van Van Dievel Transport ziet duurzaamheid ook in het beperken van het aantal lege kilometers. “Op het vlak van brandstoffen en technologieën volgen wij de evolutie bij de constructeurs. Zo hebben wij een aantal LNG-truck gekocht. Die zijn vooral interessant voor onze ritten naar Duitsland omdat er daar een fiscaal voordeel is voor die brandstof. We bereiden onze chauffeurs ook voor op die nieuwe technologieën. Wat we echter volledig zelf in de hand hebben is de planning van onze ritten. We rijden per definitie altijd met een volle truck. We noemen dat roundtrips. Door goede afspraken te maken met onze klanten lukt dat. Dat betekent dat wanneer wij goederen lossen bij een klant dat we daar ook een nieuwe vracht laden. Dat kan gaan om leeggoed, paletten of een ander product. Zo rijden we bijna nooit lege kilometers. Op die manier kunnen we toch duurzaam zijn zonder afhankelijk te zijn van de technologie.”