Dinsdagavond, vijf uur. In De Vleeshalle komt de laatste shift traag op gang. Op de achtergrond klinkt de soundcheck van de lokale singer-songwriter Hummie, die wat later een akoestische set zal afwerken.
Kevin Goos en Veronique Smolders, samen de motor achter de Mechelse belevingshal, kijken toe en zien dat het goed is. “Op weekdagen is het op dit tijdstip altijd wat rustiger, maar straks wordt het gegarandeerd weer druk. Zo gaat het elke dag.”
De sleutel tot dat succes? Goos aarzelt geen seconde. “Het is de combinatie van onze smaak- en gangmakers”, legt hij uit. “Op de begane grond tellen we dertien foodstanden en een bar. Dat zijn de smaakmakers. Op de eerste en de tweede etage zitten de gangmakers, een mix van kantoorruimten en commerciële initiatieven, zoals een waxbar en een tattoosalon.”
De Vleeshalle 2.0 opende haar deuren in 2019, lang voor corona. “Zelfs zonder pandemie was de timing niet ideaal”, blikt Smolders terug. “In Antwerpen wilde het vergelijkbare Mercado maar niet lukken en ook de Gentse foodmarkt had het moeilijk. Uitgerekend in die periode kwamen wij aanzetten met ons eigen concept. Velen hebben ons gek verklaard, maar ze kregen ongelijk.”
Al van bij de start mikt het ondernemerskoppel op smaak en beleving. “Dat doen we met events voor een breed publiek: van workshops en platenbeurzen tot marktjes met tweedehandse kleding en optredens. Wat creativiteit betreft, is the sky the limit.”
Buitenbeentje
In Waxbar Kō, twee hoog in de oude markthal, lopen vrouwen af en aan. “Wij zijn hier het buitenbeentje”, lacht zaakvoerster Caroline Hugt. “Waxen is een intiem proces, waar ik mijn klanten zorgvuldig doorheen moet loodsen. Het is niet pijnloos, maar na een behandeling zie ik iedereen zelfverzekerd vertrekken. Daar doe ik het voor.”
Haar partnership met De Vleeshalle was allesbehalve vanzelfsprekend. “Voor corona werkte ik als verpleegkundige. Een solide baan, maar ik kreeg het gevoel dat ik geleefd werd. Daarom heb ik beslist om een eigen zaak te starten. Ik heb daar nog geen seconde spijt van gehad.”
Spaans tintje
Ook Elena Gomez Orueta zou de klok niet willen terugdraaien. Aanvankelijk runde ze enkel de naar haar grootmoeder vernoemde tapaszaak La Qia, vandaag staat ze ook aan het hoofd van Bar Patat en Alma Libre. “Dat doe ik samen met mijn partner, die ik nota bene hier heb leren kennen. Wat mij overtuigd heeft? De uitstraling van deze locatie. Ze doet me denken aan de Spaanse foodmarkets, maar dan rustiger en gezelliger.”
Feest
Het voormalige slagerspand is wat het is, uitbreiden is zo goed als uitgesloten. Of toch? “Ik speel weleens met het idee om ergens anders een soortgelijk project te starten”, verklapt Kevin. “Vorig jaar hadden we op onze socials gemeld dat we een extra etage aan dit gebouw zouden toevoegen. Dat was op 1 april. Onwaarschijnlijk hoeveel mensen zich toen hebben laten vangen (lacht). Maar ach, uitbreiden? Dat is voor later.”
Het koppel heeft eerst wat te vieren: De Vleeshalle is volgend weekend aan haar vijfde lente toe. “Nu en dan staan we samen te kijken naar de gezellige drukte op de gelijkvloerse verdieping en denken we: dat hebben we toch maar mooi voor elkaar. We hebben alle reden om dat uitgebreid te vieren.”