De Lijn heeft een visiedocument opgesteld dat omschrijft hoe ze in de toekomst wil omgaan met haar gebouwen. Acht stelplaatsen blijken te klein, te sterk verouderd en voldoen niet aan de criteria die De Lijn opgesteld heeft voor toekomstbestendige gebouwen. Het gaat om de sites van Aarschot, Diksmuide, Geluwe, Londerzeel, Mol, Tremelo, Westerlo en Zwevezele. De betrokken chauffeurs zullen verhuizen naar een andere, naburige stelplaats tegen 1 juli 2025.
Ook een aantal onderhoudscentra voldoen volgens De Lijn niet meer aan de huidige standaarden en laten niet toe om aan moderne, nieuwe voertuigen te sleutelen. Voor de onderhoudscentra (OC) zullen de activiteiten van het OC van Berchem (Zurenborg) en dat van Mechelen verhuizen naar OC in Rumst dat in 2024 in gebruik wordt genomen.
In Mechelen blijft er wel een loods voor klein onderhoud dat door mobiele teams uit de regio uitgevoerd zal worden. Ook het OC van Anderlecht is sterk verouderd en te klein geworden, de activiteiten verhuizen naar het OC van Leerbeek of OC Dilbeek.
De stelplaats Anderlecht blijft bestaan, maar het geplande onderhoud gaat naar Dilbeek en Leerbeek. Ook Anderlecht behoudt een loods waar mobiele teams kleine herstellingen kunnen uitvoeren. Tot slot wordt het OC Lanaken geïntegreerd in Winterslag (Genk) en verhuizen de activiteiten van het onderhoudscentrum van Kessel-Lo naar een nieuw centrum op de bestaande site van Leuven Noord. “Als organisatie hebben we alle begrip dat deze veranderingen een grote impact kunnen hebben op onze betrokken medewerkers”, zegt Ann Schoubs, directeur-generaal van De Lijn. “Verhuizen vergt een grote aanpassing. We voorzien daarom een uitgebreide interne communicatie, contactmomenten in de betrokken stelplaatsen en OC’s waarop de leidinggevenden beschikbaar zijn voor alle vragen en bezorgdheden en individuele begeleiding voor alle betrokken chauffeurs en technici om de verandering van werkplek zo goed mogelijk op te vangen.”