Hoe is de overheid eigenlijk bij Flexpack terecht gekomen?
Op Paaszondag vorig jaar kreeg ik een telefoontje. De overheid was dringend op zoek naar stockageruimte voor persoonlijke beschermingsmiddelen en een plaats van waaruit ze alles konden verdelen aan alle zorginstellingen in Vlaanderen.
Dat waren er wellicht een heleboel…
Toen we de lijsten binnenkregen besef je pas hoeveel instellingen er door de overheid gesteund worden en hoeveel kwetsbare mensen er zijn in onze samenleving.
Waarom koos de overheid uiteindelijk voor Flexpack?
Enerzijds omdat we de juiste certificaten hadden om medische materialen te mogen opslaan. Anderzijds ook vanwege onze gunstige ligging in de gouden driehoek. Bovendien hadden we genoeg capaciteit op dat moment.
En toen werd de overheid een van jullie vaste klanten?
In een eerste fase ging het erom dat we iedereen zo snel mogelijk van materiaal konden voorzien. In een tweede fase waren we standby om materiaal te bezorgen aan instellingen waar er een uitbraak was. De volgende fase waren de sneltesten die we bijvoorbeeld geleverd hebben aan zorginstellingen. En nu is er alles wat te maken heeft met de vaccinatiecentra. Alles wat daar nodig is – behalve de vaccins zelf – wordt hier opgeslagen.
We waren voordien al wel bezig met het stikken van mondmaskers, maar wat we nu doen heeft wel een grotere impact.
Bruno De Maeyer (Flexpack)
Hoe is dat door jouw medewerkers onthaald? Waren ze trots om hun steentje te kunnen bijdragen?
Heel positief. We waren voordien al wel bezig met het stikken van mondmaskers, maar wat we nu doen heeft wel een grotere impact.
Een aantal van jullie medewerkers is zelfs bij Pfizer actief en helpt daar mee bij de logistiek…
Onze mensen zorgen voor het verzendklaar maken van de vaccins. Het is daar waar Koning Filip deze week nog te gast was. Wij verpakken de vaccins met droogijs in de juiste dozen en binnen een bepaalde timeframe. We hebben ook meegewerkt aan het herlabelen van de flacons van 5 dosissen naar 6 dosissen.
Jullie willen graag af van het label ‘Beschutte Werkplaats’. Waarom?
Ik wil niet denigrerend overkomen, maar de tijd toen een maatwerkbedrijf nog ‘beschutte werkplaats’ werd genoemd en de personeelsleden jarenlang dezelfde repititieve taken uitvoerden is lang voorbij. Bij Flexpack werken 430 mensen. 120 aan de zorgkant – vooral begeleiders, 260 mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt werken als productiemedewerker voor Flexpack en dan zijn er nog een 50-tal mensen die in de omkadering werken. Een groot aantal van die productiemedewerkers zijn niet op onze site in Ruisbroek actief, maar werken bij grote klanten van Flexpack zoals Casteleyn, Pfizer of Duvel Moortgat. Van dat label van beschutte werkplaats willen we af. Wees maar zeker dat wij bij Flexpack minstens even kwalitatief werk verrichten als andere, gelijkaardige bedrijven.
Hoe onderscheidt Flexpack zich ten opzichten van jullie concurrenten?
Op dit moment zijn we nog altijd een maatwerkbedrijf en moeten we ons houden aan bepaalde regels. Bijvoorbeeld het percentage geïnitieerde doelgroepmedewerkers die we tewerkstellen. We hebben wel de ambitie om te groeien naar een hybride bedrijf waar we een combinatie maken tussen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en zogenaamde ‘valide’ medewerkers. We zijn daar met een aantal klanten al een overstap aan het maken.
Hoe doen jullie dat?
Door heel sterkt te investeren in opleiding en vorming om onze productiemedewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt weerbaarder en polyvalenter te maken en ze bijkomende competenties aan te leren. Niet alleen op basis van hun jobinhoud maar vooral ook in soft skills.
Een tweede aspect is dat we partnerships willen aangaan met onze klanten. We willen een partner zijn die hen ontzorgt. We hebben bijvoorbeeld al een deelfietsenplatform opgericht voor de bedrijven langs de N16. Een ander voorbeeld is het bezorgen van attenties aan medewerkers van bedrijven die van thuis uit werken.
Een groot aantal van de productiemedewerkers zijn niet op onze site in Ruisbroek actief, maar werken bij grote klanten van Flexpack zoals Casteleyn, Pfizer of Duvel Moortgat.
Bruno De Maeyer
Heeft de coronacrisis jouw kijk op ondernemen veranderd? En gaat dat in de toekomst zijn sporen nalaten?
Ik denk dat wij als organisatie ook voor corona al redelijk innovatief bezig waren. Maar zo’n crisis versterkt het besef dat het ook opportuniteiten met zich meebrengt. Opportuniteiten die volledig aansluiten bij onze missie: zorgen voor tewerkstelling. Tijdens heel deze periode zien we dat er bij onze mensen een grote nood was om te kunnen terugvallen op die structuur in hun leven. We zijn zelfs meer volk beginnen aannemen.
We hebben natuurlijk ook heel wat maatregelen moeten nemen om coronaproof te kunnen blijven verder werken. Een aantal van die dingen zullen ook na corona blijven.
Wat heeft de coronacrisis voor jou persoonlijk betekent?
Je blijft maar doorgaan om op alle vragen en uitdagingen in te gaan. Pas achteraf komt het besef dat het een grote impact heeft op de medewerkers.
In welke zin?
We hebben er voor gekozen om aan volle capaciteit open te blijven gedurende de hele coronacrisis. Maar dat houdt natuurlijk bepaalde risico’s in. Je zit zo in de flow dat je pas maanden later beseft dat je ook geluk gehad hebt.
Hoe bedoel je?
Stel dat we zouden geconfronteerd zijn met medewerkers die in het ziekenhuis zouden zijn opgenomen door corona, dan had men ons dat niet in dank afgenomen. Het had ook fout kunnen lopen. We zijn tot nu toe gelukkig gespaard gebleven.
Je zit zo in de flow dat je pas maanden later beseft dat je ook geluk gehad hebt.
Bruno De Maeyer
Duurzaamheid wordt steeds belangrijker in de sector waarin jullie actief zijn. Is een maatwerkbedrijf daar ook mee bezig?
Ja hoor. Ik vind deze omgeving zelfs een speeltuin op dat vlak. We kunnen inzetten op eender welke activiteit. Dat komt omdat wij uitgaan van het principe dat we zoeken naar activiteiten die het best aansluiten bij de talenten van onze medewerkers. Bij een ander bedrijf is dat juist omgekeerd. Het is onze verantwoordelijkheid als werkgever om de talenten van onze medewerkers verder te ontwikkelen.
Jullie worden vanuit de Vlaamse overheid ook gestimuleerd om in te zetten op de circulaire economie…
Wij krijgen daar ook subsidies voor. Dat past heel mooi in ons verhaal van de partnerships die we willen aangaan met de bedrijven. Zo willen we afvalstoffen van bedrijven een nieuwe leven geven. Dat gaat dan bijvoorbeeld over het shredden van plastic tot korrels die opnieuw kunnen gebruikt worden in het productieproces. Wat we bijvoorbeeld ook doen is de voedingsbodem uit petrischaaltjes halen. Daarna worden ze gewassen en wordt de plastic opnieuw gebruikt.
Voorlopig is het nog wat pionieren en is de kost om afval te verbranden nog steeds te goedkoop dan de kost om te recycleren.
Mag ik jullie een proeftuin van de circulaire economie noemen?
De overheid steunt dat wel maar we doen het vooral uit onze eigen overtuiging. Vanuit onze maatschappelijke kerntaak kunnen we een rol spelen in de regio om bepaalde afvalstromen een nieuw leven te geven.
Zal de maatschappij er anders uitzien na de coronacrisis?
Zeker het thuiswerk zal een blijver zijn. Bedrijven zijn nu al hun kantoorruimte aan het afbouwen. Een à twee dagen per week thuiswerken zal zeker blijven.
Ik hoop ook dat de coronacrisis lang genoeg heeft geduurd om ondernemers en politici weer op een andere manier naar het leven te laten kijken. Moeten al onze producten wel van de andere kant van de wereld komen? Moeten we niet meer voor onszelf instaan? We moeten niet terug onder de kerktoren gaan leven natuurlijk. Als we het met z’n allen gewoon goed kunnen hebben dan zou dat een fantastische verbetering zijn. We hebben nu toch geleerd dat we ook gelukkig kunnen zijn met veel minder.
Beter hadden we dit interview niet kunnen afsluiten…
