Na weken van onzekerheid is het doek gevallen over het familiebedrijf dat sinds decennia een naam als een klok was in de regio rond Lier. De geschiedenis van een Vlaams industrieel kroonjuweel heeft het eindpunt bereikt, Van Hool bestaat niet meer als dusdanig. Het faillissement werd maandagmorgen officieel uitgesproken bij de ondernemingsrechtbank in Mechelen. Alle 2.400 werknemers worden ontslagen en twee curatoren nemen het beleid tijdelijk over.
LEES OOK. Drie redenen waarom Van Hool een faillissement bijna niet meer kan afwenden
Zoals verwacht is wel een snelle doorstart gepland. Een deel van de werknemers, tussen 600 en 950, zal een uitnodiging krijgen om te solliciteren. De Nederlandse busbouwer VDL legt samen met de Duitse fabrikant van opleggers Schmitz Cargobull naar verluidt 200 miljoen euro op tafel voor de overname van de waardevolle onderdelen. Voor de werknemers die ontslagen worden betekent het faillissement dat ze geen ontslagvergoedingen meer zullen krijgen op basis van hun anciënniteit, maar alleen een maximale vergoeding van zo’n 30.000 euro uit het fonds voor sluiting van ondernemingen. Voor heel wat werknemers komt dat neer op een verlies van tienduizenden euro’s.
Crisismanager Marc Zwaaneveld had een reorganisatieplan uitgewerkt waarin 1.400 jobs zouden behouden blijven en 1.100 ontslagen zouden vallen, maar dat worden dus minstens 1.500 ontslagen, een bittere sociale pil. Het plan maakte geen kans door de hoge schuldenlast van 300 miljoen euro van Van Hool. Maar ook Marc Zwaaneveld zegt, net als de vakbonden, dat de geschillen binnen de familie mee oorzaak zijn van het mislukken van het plan. Zoals bekend eisten twee vrouwelijke telgen van het geslacht Van Hool een aandeel op waar ze meenden recht op te hebben en kwam het niet tot een overeenkomst. Daardoor had verder onderhandelen met banken, regering en vakbonden geen zin meer.
De schuldenberg werd voornamelijk in de voorbije jaren opgebouwd door de familieleden Van Hool van de derde generatie die het bedrijf nog runden en ontstond door slecht management, interne onenigheid en een verkeerde gok op bussen op waterstof.
Dat VDL-Schmitz de overnemers zouden worden, werd duidelijk nadat vorige week de West-Vlaamse bedrijvendokter Guido Dumarey afhaakte. Dumarey zou al te verstaan hebben gekregen dat zijn plan minder overtuigend was dan dat van VDL-Schmitz. Naar eigen zeggen gooide hij de handdoek in de ring vanwege de historische vervuiling van gronden van Van Hool die extra kosten met zich mee brengt en omdat het bedrijf nog verder ging met afwerking van orders die louter dienden om de schulden bij de banken voor een deel te delgen, geld dat dan niet meer naar de overnemer kon gaan. Dumarey had gevraagd dat de Vlaamse regering de gronden zou kopen en saneren, kostprijs 60 miljoen euro, en daarna verhuren aan hem, maar dat zag de regering niet zitten.
VDL gaat geen bussen meer produceren in Koningshooikt, maar wil daar wel nog onderzoek en ontwikkeling doen. De technische knowhow van de ingenieurs van Van Hool was een van de troeven van de onderneming. Het duo VDL-Schmitz kon volgens De Tijd meer geld op tafel leggen dan Dumarey en had daardoor minder leningen nodig. Dat bepaalde de keuze van de twee curatoren en de banken, die als grootste schuldeisers mee aan tafel zaten. Van Hool had afhankelijk van de bron nog voor 130 tot 200 miljoen schulden uitstaan bij de banken. Dumarey zou meer jobs hebben willen behouden, maar dat kon hij onvoldoende hard maken.
De Nederlandse busbouwer VDL maakt al bussen in zijn fabriek in Roeselare, met 650 werknemers, en hun orderboekje zit vol tot een eind in 2025. Toch worstelen ook de Nederlanders met tegenvallende cijfers in hun bussendivisie en ze rekenen naar eigen zeggen op synergieën met Van Hool voor kostenbesparingen in het productieproces.
Ze maken nog dieselbussen in de oude fabriek in Roeselare en zetten vol in op elektrische busproductie in een gloednieuwe, hoogtechnologische site. VLD neemt de busbouw van Van Hool in Noord-Macedonië over, een relatief moderne fabriek, en ook het belang in de Amerikaanse busverdeler ABC, een toegangspoort tot de Amerikaanse markt. In Koningshooikt zouden geen bussen meer worden geproduceerd. Dat zal dan voor het eerst zijn sinds het bedrijf in 1947 werd opgericht door stamvader Bernard Van Hool (1902-1974). Alleen onderzoek en ontwikkeling blijven dus in Koningshooikt.
LEES OOK. Vader én zoon werken bij Van Hool: “In de hoogdagen maakten ze acht bussen per dag, nu één per week”
Schmitz Cargobull neemt de productie van trailers in Koningshooikt over. Ze zijn marktleider in trailers en kunnen zich versterken door de specialisatie van Van Hool in tanktrailers, vergelijkbaar met tankwagens maar dan in traileruitvoering, die ook per trein kunnen worden getransporteerd. Dat zorgt voor een groot deel van de overblijvende jobs. Op langere termijn, door modernisering van de fabriek, zou dat aantal weer lichtjes kunnen groeien tot 1.000.