Gisteren was het exact tien jaar geleden dat mijn moeder overleed. Nauwelijks anderhalve maand eerder werd ze gediagnostiseerd met leverkanker. Enkele dagen voor haar dood hadden mijn broer en ik een gesprek met de oncoloog. Ze vertelde ons dat mijn moeder nog hoogstens enkele weken te leven had. Nog diezelfde dag hebben we dat slechte nieuws aan mijn moeder verteld. Ik zal nooit de ontreddering in haar ogen vergeten. Ze wist het wellicht zelf al, maar ik kan mij nauwelijks voorstellen hoe het voor haar geweest moet zijn als je twee zonen je komen vertellen dat je leven bijna voorbij is. Ik dacht er aan terug omdat het vandaag Wereldkankerdag is.
En ook een beetje omdat heel wat kleine bedrijven momenteel in diezelfde palliatieve fase van hun leven zitten. De hoge energiekosten en twee jaar coronacrisis hebben de kanker de afgelopen weken en maanden doen uitzaaien. De spaarcenten waar ze jaren hard voor gewerkt hebben brengen voorlopig nog enig soelaas en houden de economische ziekte onder controle. Maar hun levensverwachting is in een korte periode, schrikbarend geslonken.
Ook de dokters van de Wetstraat weten het niet. Ze schrijven een paar lichte pijnstillers voor terwijl veel patiënten eigenlijk morfine nodig hebben. En ze discussiëren over remedies die de pijn moeten verzachten in plaats van ernstige diagnoses te stellen en naar medicatie te zoeken die de patiënten kan genezen. Zou het kunnen dat de dokters misschien zelf ziek zijn. Ik zie toch duidelijk symptomen van profileringsdrang met een lichte vorm van verkiezingskoorts.
Zoals ik al zei: vandaag is het Wereldkankerdag. Maar wist je dat het gisteren Golden Retrieverdag was. Dat deed mij spontaan denken aan het verhaal van Boris, de golden retriever die tijdens de lockdown kwispelend zijn territorium afbakende op allerlei feestjes. Maar daar hebben we het een andere keer wel eens over…