Mijn vader was amper 49 en mijn schoonzus was zelfs maar vooraan in de 40. Mijn moeder 72 en mijn grootmoeder 66. En ook mijn grootvader en nog een heleboel andere familieleden en hechte vrienden moesten eraan geloven. Kanker ! Ik zal heus niet de enige zijn. Ik durf wedden dat ook jij niet voldoende hebt aan de vingers van één hand.
Bij mij is het stilaan een hele voetbalploeg aan dierbaren die de strijd hebben verloren. Kan je geloven dat ik op mijn 52ste al de Pater Familias was bij de Bosmansen. Ik ben altijd vrij nuchter gebleven bij al dat verdriet. Het leven gaat door. Hoe graag je ook zou willen, je ziet al die geliefden jammer genoeg nooit meer terug.
En dus leeft een mens maar door. Voor je het weet rijdt de levenstrein aan zo’n hoge snelheid dat je er niet meer af kan springen en dat je vergeet écht te leven. Je vergeet te genieten. Je vergeet te profiteren van het leven. Je vergeet het leven te proeven en te consumeren.
De gele lintjes die ik gisteren overal zag herinnerden mij daaraan. Ik besefte dat ik mezelf tijdens de vorige Dag tegen Kanker beloofd had om wat meer tijd vrij te maken voor de belangrijke dingen in het leven. Ik nam mij voor om het nu écht te doen. En wel met ingang van onmiddellijk.
Ik hield het zowaar een hele avond vol. Even zalig niets doen, verstand op nul, een beetje TV kijken, iets lezen, enzovoort. En daarom is het nu al voorbij middernacht als ik dit schrijf. En geloof me of niet: dat vind ik niet eens erg. Voor één keer was deze Bijzaak maar bijzaak.