Het bedrijf Flying Bark in Sydney bestaat al sinds 1968 en kwam in 2006 in handen van het Duitse EM Entertainment, dat op zijn beurt in 2008 werd overgenomen door Studio 100. Aanvankelijk opereerde Flying Bark enkel als productiebedrijf van de eigen content, maar de laatste jaren biedt het bedrijf ook steeds vaker animatiediensten voor andere bedrijven aan, het zogenaamde ‘service work’. De gecreëerde karakters van dat werk behoren dus niet officieel toe aan Studio 100, waardoor ze dan ook niet in de Plopsa-pretparken zullen opduiken.
Lees ook: Dochterbedrijf Studio 100 mag populaire serie ‘Stranger Things’ animeren voor NetflixDoor in te zetten op dat ‘service work’ haalt Flying Bark wel steeds meer opdrachten binnen van grote streaminggiganten. Een paar maanden geleden raakte nog bekend dat de Studio 100-dochteronderneming een spin-off mag maken van het hyperpopulaire ‘Stranger Things’ voor Netflix en een animatiereeks rond ‘Avatar’ voor Paramount. Ook de komende tijd komen er nog “een aantal grote projecten aan”, klinkt het.
Competentie
Bourlon benadrukt dat er momenteel een grote competitie aan de gang is tussen streamingdiensten voor het binnenhalen van animatiereeksen. “Kinderen geven daarbij vaak de doorslag, want niet iedereen kan vier of vijf abonnementen op streamingdiensten nemen”, klinkt het. Bovendien is een grote lokale concurrent, Animal Logic, recentelijk weggevallen nadat het werd overgenomen door Disney, aldus Bourlon. Flying Bark werkt volledig onafhankelijk, waardoor het zijn diensten aan meerdere spelers kan verkopen.
Bourlon is er dan ook van overtuigd dat Flying Bark de omzet tegen 2025 quasi moet kunnen verdubbelen, “omdat we in poleposition zitten”. Nu draait het bedrijf een jaarlijkse omzet van zowat 35 miljoen euro, maar tegen 2025 moet dat 65 miljoen worden, klinkt het. Volgens Barbara Stephen, de CEO van Flying Bark, is het daarom belangrijk om zowel series met meerdere seizoenen te maken voor streamingdiensten, als ook eigen content te creëren.
Bourlon prijst verder de “overzeese mentaliteit” van Australië, waardoor het volgens hem de uitgelezen plek is voor de hoofdzetel van Flying Bark. De lokale en federale overheden van Australië maken het via verschillende fiscale initiatieven bovendien aantrekkelijk om mensen aan te werven. Het bedrijf telt nu zowat 400 medewerkers van 60 verschillende nationaliteiten, maar hoopt de komende jaren nog zowat 150 extra volk te lokken. Recentelijk werd nog zelfs een tweede animatiestudio geopend in het Amerikaanse Los Angeles, waar een vijftigtal mensen werken.
Focus op gamesector
Om nieuw talent aan te trekken, kijkt het bedrijf ook richting de gamesector, die steeds meer aan populariteit wint, bevestigt Stephen. Zij benadrukte dat in die sector ook profielen afstuderen die de kwaliteiten hebben om aan de slag te gaan binnen de animatiesector. Stephen woonde daarom samen met Bourlon dinsdag ook een evenement van Flanders Investement & Trade (FIT) rond gaming bij in Sydney.
Prinses Astrid bracht dinsdagochtend, op de tweede dag van de economische missie, een bezoek aan Flying Bark, vergezeld door de minister van Buitenlandse Zaken Hadja Lahbib (MR), Vlaams minister van Financiën Matthias Diependaele (N-VA), Brussels minister-president Rudi Vervoort (PS) en Waals minister van Economie Willy Borsus (MR). “Als minister kan je je kinderen niet snel jaloers maken, maar op dit bezoek zullen ze jaloers zijn”, grapte minister Diependaele tijdens zijn toespraak.