Met een houten, schuin afhellende plank tussen de benen kan ze de manden het best vlechten, vertelt Ann terwijl ze met een slagijzer de wilgentakken ritmisch en met precisie op hun plek klopt. Ze moet die wilgentakken of ‘wissen’ van zo’n 1,60 meter lang – eerst geweekt in water om ze soepeler te maken – van zich af duwen voor ze hen laag per laag tussen de verticale takken kan vlechten. “Het is een intensieve klus, je krijgt er sterke vingers van. Maar hoe vaker je het doet, hoe vlotter het gaat. Tegenwoordig maak ik er één per dag.” Intussen houden haar viervoeters Toke en Zazou haar gezelschap.
In Anns atelier, De Ullewanne, leeft een eeuwenoud ambacht voort: het vlechten van manden. Je vindt er een schat aan ontwerpen: boodschappenmandjes, wasmanden en houtmanden staan naast elkaar. “Ik geef workshops, maar volg zelf ook nog lessen om nieuwe technieken onder de knie te krijgen. Mandenvlechten is geen stilstaand ambacht. Elke nieuwe techniek opent een deur naar nieuwe mogelijkheden”, zegt ze.
Ann woonde met haar gezin vijf jaar in Denemarken en werd daar verliefd op het vak. “Sindsdien doe ik het al meer dan 25 jaar. Ik hield er ook internationale contacten aan over, vooral in Denemarken, Frankrijk en Duitsland, waar het vak nog meer beoefend wordt.”
Elke mand is uniek, een kunstwerk op zichzelf met een eigen vorm: ovaal, vierkant of organisch. “Een handgemaakte mand gaat jaren mee. Het is een gebruiksobject of een mooi accessoire in je interieur, met een eeuwenlange geschiedenis. Mandenvlechten is een van de oudste ambachten ter wereld. Omdat manden van plantaardig materiaal gemaakt zijn, vergaan ze. Maar er zijn wel vondsten van vlecht-afdrukken in keramiek gedaan”, vertelt ze. “Wellicht werden de gevlochten manden verstevigd met klei, zodat ze waterafstotend werden. Net omdat het zo’n eeuwenoud ambacht is, zou het zonde zijn mocht deze stiel verloren gaan.”