Zij is de baas: Hilde Smets van Zolderse Dakwerken

“Installeer u alvast, mevrouw is nog even bezig”, zegt secretaresse Kelly. Aan de muur hangt een luchtfoto van de Hasseltse gevangenis, maar verder is het bureau sober ingericht, met functionele meubels, weinig franje. Het is een blik op het verdere gesprek, zo blijkt. Hilde Smets (50), zaakvoerster/ bedrijfsleidster van Zolderse Dakwerken, gaat voor de no-nonsense aanpak, heeft naar eigen zeggen meer mannelijke dan vrouwelijke trekjes en is een carrièrevrouw in hart en nieren. Ik ben op een punt gekomen dat ik eindelijk mijn eigen gang kan gaan. En ik heb nog heel veel plannen”, zegt ze vastberaden. Stipt om tien uur, zoals afgesproken, verschijnt Hilde Smets in de deuropening. “We hebben onlangs extra mensen aangeworven en we moeten wat schuiven met de meubels. Lukt het zo?” Dit bedrijf lijkt wel uit zijn voegen te barsten. De villa in de Zolderse Gildenstraat is helemaal ingericht in functie van de familiezaak. Wij zijn vooral bezig met renovatie van daken. En een dak dat lekt, moet gemaakt worden. Maar we leggen ook nieuwe daken, plat of hellend, grote werven of kleine garages, woonwijken of openbare gebouwen… En dan zijn er ook de groendaken – momenteel erg in trek – zonnepanelen en het nieuwste snufje: CO2-daken. Maar op de markt van industriedaken wil ik nog vooruitgang boeken.” Ooit was het wel anders. “Ik heb dit bedrijf eigenlijk overgenomen van mijn ex-man, Willy Ponet. Hij heeft als dakwerker het bedrijf opgericht en uitgebouwd, vooral op de particuliere markt. Zelf werk ik in de zaak sinds 2001. In het begin deed ik vooral administratie, maar dat heeft niet lang geduurd. Ik wilde zelf klanten en werven binnenhalen, maar ook nieuwe mogelijkheden en markten aanboren…” “De nieuwe gevangenis van Hasselt was een van de eerste grote contracten die ik afsloot. Voor die periode werkten hier 9 mensen en haalden we een omzet van 2 miljoen euro per jaar. Nu halen we een omzet van 7,5 miljoen met een 40-tal medewerkers, onderaannemers niet meegeteld. Op sommige dagen zijn er 60 mensen op de baan voor ons.” Hilde zegt het niet zonder trots. Het zit in de genen: mijn mama was ook een echte carrièrevrouw. Ze had 100 werknemers in dienst in haar atelier. Jammer genoeg is ze vroeg gestorven. Dat was in 1965, ik was toen een jaar of zes. Toen ik 18 was, had ik mijn beide ouders al verloren.” Ze kijkt even voor zich uit en zucht. “Maar dat heeft me misschien ook zelfstandiger gemaakt.” Hilde kon na haar humaniora aan de slag in het textielbedrijf van haar zus. “Ik deed daar de commerciële kant, de verkoop. Maar de bouw, is dat geen mannenwereld? Ik heb ook veel meer mannelijke, dan vrouwelijke trekjes: ik hou bijvoorbeeld niet van shoppen, wel van voetbal (lacht). Ik denk niet dat mannelijke zakenpartners mij anders behandelen. Wat vinden zij ervan om voor een vrouw te werken? Ik sta elke dag op om 5 uur, omdat ik er wil zijn als mijn mannen vertrekken. Ik heb hen altijd laten voelen dat ik er voor hen ben. Dat vinden ze super!” Dochter Krystle (28) klopt op de deur. “Wie heeft hier toch maar opgeruimd”, zucht Krystle. Toch is ze de enige van de drie kinderen die niet meedraait in het bedrijf. Maar net daarom is het misschien beter dat zij niet meedraait in het bedrijf. Mijn zonen zitten wel mee in het familiebedrijf.” “Die luisteren beter”, lacht Krystle. Kristoff (27) zit tegenwoordig mee in het dagelijks bestuur. Hij is minder ambitieus van aard, denk ik. Hij zegt vaak: ‘laat mijn vriendin maar carrière maken’.” Een man die een stap opzij zet voor zijn vrouw: Hilde heeft zelf nooit zo’n man gehad. Ik had gelukkig jobs waarin ik flexibel kon zijn, maar soms vraag ik me nog af hoe ik het heb klaargespeeld.” “Ik geloof niet in huwelijken met kinderen waar beide partners carrière maken.