Hytchers is een idee van twee jonge Luikenaars, die pendelaars op weg naar het werk een centje willen laten bijverdienen. Ze kunnen ‘Uber-gewijs’ pakjes van handelaars uit hun buurt meenemen, en ze ‘en route’ tegen een kleine vergoeding droppen bij de eindklant. De Limburgse kledingketen JBC zag wel brood in de formule, vooral omdat op deze manier heel wat vervuilende kilometers konden uitgespaard worden.
Na een klacht van Transport en Logistiek Vlaanderen (TLV), die vond dat Hytchers de professionele koeriers oneerlijke concurrentie aandeed, werd het bedrijf gedwongen om ermee te kappen. In beroep werd TLV vorige zomer echter teruggefloten, waardoor Hytchers toch zou mogen opstarten. Maar de transportbond ging in hoger beroep, en krijgt nu wederom gelijk van deze rechter. Het oordeel luidt dat de particulieren echte transportactiviteiten uitvoeren en geen vergunning hebben om als ‘vervoers-commissionair’ op te treden.
Hytchers krijgt nu een maand de tijd om zich in regel te stellen, maar dat zal niet gebeuren. Het jonge bedrijf had de activiteiten al gestaakt in afwachting van de gerechtelijke procedure. Ook de voornaamste klant, JBC, wou afwachten wat de laatste rechter zou beslissen.
Daarmee komt niet alleen een einde aan Hytchers, het brengt alle deelplatformen in de logistieke sector in de problemen. Concepten als ‘Uber Freight’, dat plannen heeft om volgens een gelijkaardige formule de markt te bezetten, lijkt daarmee een doodgeboren kind. Alleen Parcify, het van origine Limburgse bedrijf dat door Bpost werd overgenomen, beschikt wel over de nodige vergunningen sinds het concept (ook na een rechtszaak tegen TLV) werd bijgestuurd van particuliere chauffeurs naar een netwerk van professionele bezorgers.
