“Vrije beroepen hoorden thuis aan SALK-tafel”

Het gaat goed met de beoefenaars van een vrij beroep in Limburg. Hun aantal is de afgelopen tien jaar met 65% gestegen tot 19.613. “Ik stel met genoegen vast dat het vrij beroep uit zijn ivoren toren is neergedaald,” zegt Hubert Bijnens, voorzitter van de Limburgse koepelvereniging. “Wat meer is: al die vrije beroepers samen, stellen nog eens 15.598 mensen extra tewerk in Limburg. Dat is drie keer Ford Genk. Het SALK heeft een kans gemist door die beroepscategorieën over het hoofd te zien bij de versterkingsoperatie van de economie.”

ZUTENDAAL HUBERT BIJNENS_OP DE FOTO HUBERT BIJNENS VOORZITTER VAN DE FEDERATIE VAN VRIJE BEROEPEN LIMBURG_MIST_FOTOREPORTAGE 462099Hubert Bijnens is voorzitter van de Limburgse Federatie van Vrije Beroepen, aangesloten bij Unizo Limburg. Bijnens is zelf architect, een beroep dat net zoals bijvoorbeeld artsen, notarissen, gerechtsdeurwaarders, accountants, advocaten of freelance journalisten, tot de groep van vrije beroepen behoort. Ze hebben met elkaar gemeen dat er deontologie geldt, doorgaans strenge eisen zijn om het beroep te mogen doen, en er meestal maar een beperkt aantal medewerkers actief zijn. “Toch zijn al deze beroepen goed voor een kwart van alle zelfstandigen in Limburg,” weet de voorzitter. “De groep neemt bovendien sterk toe. Het zijn al lang niet meer de zogenaamd elitaire beroepen die er deel van uitmaken. De hele maatschappij is er vertegenwoordigd. Een democratiseringsproces, dat de vrije beroeper uit de ivoren toren heeft gehaald. Zo zijn er bijvoorbeeld veel meer vrouwen actief in een vrij beroep (+79%).”

Wat volgens Hubert Bijnens vaak vergeten wordt is dat die vele beoefenaars van een vrij beroep vaak ook zelf mensen tewerkstellen. Volgens de jongste cijfers zijn er dat maar liefst 15.598 in Limburg. “Ook dat aantal is de jongste jaren fors gegroeid,” zegt Bijnens. “Het bewijs dat de vrije beroepers van groter belang zijn voor de economie, dan hun eigen aantal doet vermoeden. Dat hier in het grote SALK-plan geen aandacht aan wordt besteed, is een gemiste kans. We hadden ten minste een plek aan die tafel verdiend,” stelt Bijnens.

Eigen boezem
Toch vindt Bijnens dat de Federatie van Vrije Beroepen ook de hand in eigen boezem moet durven steken. “We moeten meer uit onze pijp durven komen, en meer aan belangenbehartiging gaan doen. ik durf pleiten voor nog meer ondernemerschap onder de vrije beroepers. Het moet en kan nog beter.”

DC/KMe