“De politiek legt in het kader van de energiecrisis de belangrijkste focus op maatregelen op vlak van koopkrachtondersteuning, maar nochtans is dat vandaag niet het meest fundamentele”, aldus Ruben Lemmens van VKW Limburg. “De ontspoorde energieprijzen doen iedereen pijn in de portemonnee, maar nergens anders genieten gezinnen een dusdanige koopkrachtbescherming als in ons land, denk maar aan de automatische loonindexering en het breed uitgerolde sociaal tarief. Dat sociaal tarief weerhoudt vandaag trouwens heel wat potentiële arbeidskrachten om aan de slag te gaan.”
“Bodem wordt uit onze economie geslagen”
De evaluatie van de zopas aangekondigde maatregelen valt voor VKW Limburg dan ook negatief uit. “Er zijn veel goede intenties, veel aangekondigde overlegmomenten, maar weinig écht concrete maatregelen”, vindt Lemmens. “Voor het stoppen van het bloeden wordt vooral naar Europa gekeken. Maar zelf? Voor de nodige ondersteuning van de getroffen bedrijven is er nog niets concreet en wordt alle hoop gesteld op het overleg met werkgevers en werknemers in de komende dagen en weken.” En dat is veel te laat. “Intussen dreigt de bodem uit onze economie te worden geslagen. Het echte fundamentele gevaar is dat we een groot deel van onze opgebouwde welvaart dreigen te verliezen door een flagrante en razendsnelle uitrafeling van ons industrieel weefsel. De focus dient op dit moment te liggen op het vrijwaren van de internationaal concurrerende basisindustrie in onze regio en op de continuïteit van de verdere industriële keten van lokale afnemers en toeleveranciers. Vele andere sectoren, waaronder de voedingsindustrie, dreigen hier op korte termijn immers door vast te lopen.”
Bye bye, maakindustrie
Lemmens verwijst naar de globale context. “Het probleem dat zich vandaag stelt is er niet zozeer eentje van financiering, maar van een concurrentiestrijd van bedrijven en plants in onze regio met anderen die in veel mindere mate worden getroffen door zwaar gestegen energieprijzen, zoals in de USA. Wanneer de rendabiliteit door de huidige situatie totaal onderuit wordt gehaald voor de productiesite in onze regio, dreigen deze bedrijven, die vaak al erg onder vuur liggen door de veel hogere loonkosten in ons land, op korte termijn een groot deel van hun productie en bijhorende tewerkstelling te moeten afgeven aan hun veel rendabelere collega-concurrenten. Eens dat gebeurt, is uiteraard maar de vraag wanneer deze bedrijven terug zullen opstarten. Als het al het geval zal zijn. Ook in Limburg dreigt hierdoor opnieuw een stuk maakindustrie, de kern van onze economie, in één klap te verdwijnen.”
“Staatssteun: nu!”
Nog volgens Lemmens is het daarom cruciaal dat onze regeringen eindelijk werk maken van de toepassing van het tijdelijk crisiskader voor staatssteun dat Europa al in het voorjaar heeft opgezet voor de ondersteuning van de hardst getroffen bedrijven. “We dringen al maanden aan op de toepassing hiervan, net zoals landen als Duitsland, Spanje en Frankrijk dat al met de nodige voorwaarden in de praktijk hebben omgezet. Daarnaast kunnen de energiekosten voor alle bedrijven onmiddellijk worden verminderd door in te grijpen op de meerkosten en accijnzen. Er is tevens een brede sensibilisering rond energie-efficiëntie noodzakelijk en een nieuwe, vlotte toegang tot tijdelijke werkloosheid zal meer dan noodzakelijk zijn voor bedrijven die noodgedwongen hun activiteiten moeten staken. Bovendien herhalen we onze vraag om alles in het werk te stellen om alle Belgische kerncentrales voor de komende jaren operationeel te houden.”
Bijkomend dringt VKW Limburg aan op een Europees prijsplafond voor gas, een ‘maximum day ahead’ prijs voor elektriciteit, versoepelingen rond CO² quota, die ook de stroomprijs zullen kunnen doen dalen, en wordt geopperd voor het doorknippen van de irreële prijskoppeling van elektriciteit aan de productie van de laatste en duurste gascentrale, waarbij er geen rekening wordt gehouden met vandaag veel goedkopere hernieuwbare productie.
Drie grote handicaps
“Naast deze energiecrisis kampen onze bedrijven met nóg twee handicaps die veel sterker wegen dan in andere landen”, weet Ruben Lemmens. “Er is enerzijds de handicap van onze starre arbeidswetgeving in combinatie met de lage druk om aan het werk te gaan, waardoor veel bedrijven nog altijd in de rats zitten om jobs ingevuld te krijgen. Een nieuwe arbeidsdeal van de regering, eentje die dit keer wél echt werk maakt van het fors optrekken van de werkzaamheidsgraad, blijft nodig en dringend. En ten tweede moeten onze bedrijven door onze unieke automatische loonindexering een zware extra loonfactuur van 30 miljard euro of 10% ophoesten, vandaag al of minstens binnen enkele maanden, in ieder geval veel sneller dan hun buitenlandse concurrenten.”
Lemmens vreest het ergste: “Met alle gevolgen van dien voor onze concurrentiekracht. Voor de zomer al schatte de OESO het verlies aan marktaandeel van de Belgische bedrijven op -8% en dit dreigt door de energiecrisis en de in recordtempo escalerende loonhandicap nog veel meer te worden. Hoog tijd dus dat de regering dit eindelijk erkent en ingrijpt. De mogelijke formules daarvoor zijn divers: netto-indexering, indexering van een slechts een forfaitair deel van het loon, de vertraging van het automatische karakter van de indexeringen, een indexsprong, … Er moet nu écht ingegrepen worden op de concurrentiekracht van onze bedrijven. Alleen zo zullen we welvaart en koopkracht voor iedereen in de toekomst kunnen vrijwaren.”
Unizo Limburg: “Met goede intenties zijn ondernemers niet geholpen”
Ook collega Bart Lodewyckx van Unizo Limburg vindt dat de aangekondigde beslissingen wel de gezinnen helpen, maar concrete hulp voor de bedrijven uitblijft. “De verlenging van het verlaagd btw-tarief en het sociaal tarief, een mogelijk uitstel van de hypothecaire lening en hulp bij financiering van energetische renovaties: allemaal goed en wel, maar het brengt geen soelaas voor de hoge facturen waar de bedrijven op dit moment mee worstelen”, stelt Lodewyckx.
“Geen mirakels”
Ook hij wijst op de urgentie hiervan. “Het is goed dat er snel overleg komt met de werkgeversorganisaties, maar het is nu tijd om te handelen. De uitwerking van een steunmechanisme voor ondernemers in nood en de verlaging van de accijnzen voor bedrijven, zijn zaken die zeer snel kunnen gebeuren. We begrijpen dat er geen mirakelmaatrelegen zijn, maar onze ondernemers hebben op dit moment nood aan concrete houvast dat er steun op komst is. We kijken uit naar overleg, maar woorden moeten snel daden worden.”
De invoering van een Europees prijsplafond voor aardgas is volgens Unizo Limburg absoluut nodig, “maar zal niet voor morgen zijn. Daarom eisen we op zeer korte termijn gerichte steun voor bedrijven in moeilijkheden. We vragen de Vlaamse regering om hiervoor het Europees crisiskader snel om te zetten in een ondersteunsysteem op regionaal niveau. Dit zal voor veel ondernemers het verschil betekenen tussen failliet gaan of overleven”, aldus nog Bart Lodewyckx. “Ook moet de bijzondere accijns op elektriciteit op het Europees minimum gezet worden en is er nood aan een energie-investeringsaftrek van 45,5 procent voor investeringen in energiebesparende bedrijfsmiddelen en duurzame energie door ondernemingen. Voor bedrijven die op korte termijn in moeilijkheden komen, moet een soepel systeem van tijdelijke werkloosheid weer ingevoerd worden.” Klaar.
Tot slot hekelt ook Voka Limburg het uitblijven van concrete steunmaatregelen die onze bedrijven in Limburg overeind moeten houden. “Die moeten er nochtans zo snel als mogelijk komen om het Europese gelijke speelveld te garanderen”, vindt Johann Leten. “We kijken naar de Vlaamse regering om het Europese steunkader in Vlaanderen uit te werken. Tegelijk moet België er op Europees niveau voor pleiten om op zeer korte termijn in te grijpen om de irrationele prijzenspiraal een halt toe te roepen.”
Voka Limburg roept de Vlaamse regering op om absolute prioriteit te geven aan het uitwerken van een steunmechanisme voor ondernemingen, conform het Europese Temporary Crisis Framework (TCF). “Binnen dat Europese kader is staatssteun mogelijk voor bedrijven in Limburg die in zware moeilijkheden komen door de hoge energieprijzen. De steun zal gericht en tijdelijk moeten zijn. Het steunpakket moet voldoende robuust zijn om Limburgse bedrijven in moeilijkheden overeind te houden. Concreet laat het Europese TCF-kader steun toe van 2 miljoen euro per getroffen bedrijf en tot maximaal 50 miljoen euro voor energie-intensieve bedrijven met een operationeel verlies. Waarom doen we dat dan niet?”
“Géén optie uitsluiten”
Leten wil er vaart achter zetten: “Onze beleidsmakers mogen geen moment meer talmen met de noodzakelijke beslissingen en de uitvoering ervan. Ons economisch weefsel in Limburg is momenteel kwetsbaar en dient te allen prijze beschermd te worden. Een derde van de Limburgse bedrijven geeft in onze meest recente enquête aan dat ze hun productie zullen verminderen of stopzetten indien de energieprijzen verder stijgen. Ons land moet dus een snelle en structurele oplossing voor de hoge energieprijzen bepleiten en mee uitwerken. Daarbij mag geen enkele optie worden uitgesloten en moet alvast gekeken worden naar onderhandelingen met Noorwegen, de tempering van de CO2-prijzen en het onderzoeken van andere prijsvormingsmechanismen.”
En er is meer: “Tegelijk vragen we aan de federale regering om het soepele systeem van tijdelijke werkloosheid terug in te voeren, zoals dat tijdens de coronaperiode van kracht was”, vindt ook Johann Leten. “Bedrijven in Limburg geven aan dat ze verwachten in de komende maanden gebruik te zullen maken van het stelsel van tijdelijke werkloosheid. In de industriële sectoren gaat het zelfs om de helft van de bedrijven. We vragen samenwerking en overleg tussen de beleidsmakers. Elke regering moet zijn verantwoordelijkheid opnemen. Deze crisis vormt een zeer ernstige bedreiging voor onze Limburgse welvaart en onze samenleving”, besluit de baas van Voka Limburg.