“Het provinciale bestuursniveau is noodzakelijk voor onze Limburgse ondernemingen én zijn medewerkers”. Dat is de boodschap van Voka Limburg naar aanleiding van de provincieraadverkiezingen later dit jaar. “We hebben geen grootstad die als voortrekker de andere lokale besturen op sleeptouw neemt voor hun ontwikkeling”, vindt voorzitter Francis Wanten. “Daarom moet onze provincie de regie in handen nemen.”
Zoals geweten is er heel wat te doen rond de rol die de provincie in de toekomst moet gaan spelen. Een aantal bevoegdheden werden al doorgeschoven naar enerzijds het Vlaamse niveau en anderzijds naar de stads- en gemeentebesturen. Sommige partijen willen het provinciebestuur helemaal uitschakelen. Een brug te ver, vindt Voka Limburg.
Francis Wanten: “Wanneer de politieke partijen vier top-gedeputeerden aanstellen (in plaats van zes nu), kunnen zij samen met de gouverneur onze Limburgse uitdagingen tot een goed einde brengen. Enkel zo wordt er over de partijgrenzen heen een sterk signaal uitgestuurd ter ondersteuning van dit Limburgs niveau.”
Voka vindt dat het Limburgse bestuur 3 taken te vervullen heeft: “In de eerste plaats is het een katalysator die impulsen geeft om projecten binnen verschillende thema’s te initiëren”, aldus de voorzitter. “Ten tweede moet het als bovenlokaal samenwerkingsorgaan de 42 steden en gemeenten ontlasten en schaalvoordelen creëren. Tot slot dient het provinciale bestuur als back-office om de stroom aan taken en bevoegdheden voor de steden en gemeenten behapbaar te houden.”
Voka Limburg heeft bovendien in een memorandum een aantal aanbevelingen gedaan waarmee het provinciale niveau de bedrijfswereld kan ondersteunen. Het gaat om thema’s als ruimtelijke ordening, mobiliteit, internationalisering, ontwikkeling van talent, duurzame innovatie, enzovoort.
“We zullen ook na de verkiezingen de vinger aan de pols te houden en tijdens de beleidsrit regelmatig een evaluatie van de vorderingen maken”, waarschuwt Wanten. “Er zijn voor de gedeputeerden nog uitdagingen genoeg om van onze provincie een welvarende regio te maken.”
