Voka-Kamer van Koophandel Limburg meldt dat bedrijven op zowat 20% van het Limburgse grondgebied, zich aan veel strengere milieuregels mogen verwachten. “Omdat de Vlaamse overheid momenteel achter de schermen naarstig werkt aan de handhaving van de zogenaamde ‘instandhoudingsdoelstellingen’, dreigen bedrijven die in de buurt van een waardevol natuurgebied gelegen zijn, geconfronteerd te worden met moeizame hervergunningen en bijkomende studiekosten,” zegt gedelegeerd bestuurder van Voka Johann Leten.
Dertig jaar geleden bakende Europa de zogenaamde ‘vogel- en habitatrichtlijn gebieden’ af. In deze gebieden werden speciale maatregelen genomen om zeldzame diersoorten te beschermen, die zich via de lucht (vogel) of via de grond (habitat) verplaatsen. Op vraag van Europa werkt Vlaanderen aan een verstrenging van deze maatregelen. “De gevolgen zijn verregaand,” zegt Leten nog. “Enerzijds dreigen gevestigde bedrijven problemen te krijgen bij het vernieuwen van hun milieuvergunning. Zelfs wie tot op heden altijd plichtsgetrouw de milieuwetgeving opgevolgd heeft, zal in de toekomst aan de hand van dure milieustudies moeten aantonen dat hij geen milieuhinder veroorzaakt.”
Dit geldt zeker in Limburg, want van de 12% van het Vlaamse grondgebied dat valt onder de vogel – en habitatrichtlijn, is 24% in Limburg gelegen! “Natuurverenigingen doen bovendien verwoede pogingen om de teksten te beïnvloeden, door vaak onterechte verwijzingen naar de industrie op te laten nemen, en bijkomende natuurverbindingen op te dringen ten koste van industriegrond,” beweert Voka.
De werkgevers pleiten ervoor om de regelgeving binnen de perken te houden. Johann Leten: “Onze bedrijven worden al genoeg gecontroleerd op basis van de huidige milieuwetgeving. Fauna en flora moeten in stand gehouden worden, maar dit mag niet ontaarden in regelneverij, die ten koste gaat van economische activiteit. Daarenboven worden bedrijven op kosten gejaagd. Om een milieuvergunning te verlengen, is men nu al vaak gedoemd om dure studies uit te laten voeren, die aantonen dat er geen milieuhinder is. Men mag bedrijven die in of naast een vogel- en habitatgebied liggen, het leven niet nodeloos zuur maken.”