De korte keten is voor vele landbouwers en andere voedingsproducenten niet langer een nevenactiviteit, maar een bedrijfsdoel op zich geworden. Een economische tak in volle opmars. Vorig jaar is de omzet in de rechtstreekse verkoop van fruit, groenten, vlees, zuivel of dranken met maar liefst 27% gestegen. “De pandemie heeft niet alleen de traditionele hoeveverkoop geboost, maar ook de creativiteit bij producenten aangewakkerd”, aldus gedeputeerde van Landbouw, Inge Moors. “Velen bieden nu online verkoop aan of leveren bestellingen aan huis. Aan de andere kant waardeert de consument het rechtstreeks contact met de producent. Dit kan in de hoevewinkel zijn, tijdens de boerenmarkt, in de zelfpluktuin of bij het afhalen van het wekelijkse groentepakket. De consument weet zo wie zijn producten gemaakt heeft. Bovendien is lokaal kopen goed voor het milieu én de lokale economie. De voeding passeert weinig of geen tussenschakels en komt dus via de kortste weg van bij de boer op je bord terecht.”
Om deze trend te kunnen doorzetten, wordt de Week van de Korte Keten georganiseerd. “Een 20-tal lokale producenten verwelkomen je graag een week lang voor een wandeling op, rond en door het bedrijf, een proeverij of een ontbijt”, weet Inge Moors. “De ideale gelegenheid om de producent om de hoek te leren kennen. Een overzicht van de activiteiten vind je via deze link. Er is ook een brochure met fietsroutes die langs de bedrijven loopt, en op deze website kan je alle Limburgse producenten terugvinden om bijvoorbeeld een lekker hoeve-ijsje, bakje aardbeien of heerlijke asperges op de kop te tikken.
