ACV Limburg doet opnieuw een verwoede poging om binnen te geraken in kleinere ondernemingen. De christelijke vakbond vindt dat werknemers vandaag niks te zeggen hebben in hun bedrijf. Het minimale aantal werknemers dat nodig is om verplicht sociale verkiezingen te organiseren, moet daarom gehalveerd worden, aldus het ACV.
De eis is concreet: “De drempel voor het organiseren van sociale verkiezingen moet naar 25 werknemers voor het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk en 50 werknemers voor de Ondernemingsraad”, aldus voorzitter Jean Vranken. “Momenteel liggen deze aantallen nog op respectievelijk 50 en 100 werknemers. Veel te hoog, want het sluit heel veel mensen uit van enige inspraak in hun bedrijf. Dat blijkt heel duidelijk uit een groot onderzoek dat we recent lieten uitvoeren.”
Logisch is het wel: bijna iedereen vindt dat werknemers inspraak moeten hebben op de werkvloer (96%). Volgens de vakbond moet dit worden bewerkstelligd met een syndicale delegatie in kleine bedrijven. “De drempel voor sociaal overleg ligt in onze buurlanden en in de Scandinavische landen veel lager”, zegt Jean Vranken. “Vandaar ons pleidooi om lagere minima op te leggen.”
Wat zo’n syndicale delegatie dan wel moet doen volgens de enquête? Zich bezighouden met veilig werken (80%), met de loon- & arbeidsvoorwaarden (79%) en met ‘werkbaar werk’ (77%). Blijkbaar is er de laatste jaren veel ‘onwerkbaar werk’ bijgekomen, want in de vorige bevraging van 2016, vond slechts 51% van de Limburgse werknemers dit belangrijk.
Pittig detail: uit de enquête blijkt ook dat meer dan de helft van de werknemers (52%) niet weet wat sociale verkiezingen zijn. “Een reden te meer om ze op grotere schaal te gaan organiseren”, besluit de ACV-voorzitter.