In het Limburgse provinciehuis heeft Vlaams minister-president Kris Peeters de aftrap gegeven van de werkgroep die na de sluiting van Ford Genk de economische toekomst van de regio moet uittekenen. Het verwerven van de terreinen van Ford en de opleiding van de getroffen werknemers waren de eerste agendapunten.
Dinsdagvoormiddag vond de openingsvergadering plaats van de zogenaamde Task Force, die de supervisie heeft over het Strategisch Actieplan Limburg in het Kwadraat (SALK). Dat plan wordt voorbereid door een (andere) expertencommissie onder leiding van Herman Daems, en moet klaar zijn tegen eind januari 2013.
Namens de Vlaamse regering zaten de ministers Peeters, Vandeurzen, Bourgeois, Lieten en Muyters mee aan tafel. Daarnaast ook de vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers, afgevaardigden van Europa, het provinciebestuur en burgemeester Dries van Genk. Enkele financiële experts vervolledigden de groep.
Opleiding en financiering
“Omdat er voldoende draagvlak moet zijn voor de toekomstplannen, zal het werk van de expertencommissie in deze vergadering aangestuurd en geëvalueerd worden,” aldus Kris Peeters. “Vandaag zijn de krijtlijnen vastgelegd en meteen ook enkele accenten besproken. Daarbij hebben we het gehad over de opleiding en de vorming van de werknemers bij Ford en de toeleveranciers. Collega Muyters neemt dit verder op. Bovendien willen we ook snel duidelijkheid over het verwerven van de terreinen van Ford Genk.”
Peeters gaf aan dat ook de financiering van zowel de particuliere getroffenen (o.a. hun woonkredieten) als van de bedrijven in de regio, een belangrijk aandachtspunt is. Medio januari wordt van Herman Daems een eerste draft van zijn nota verwacht.
Zeker geen Chinezen
Tot slot ontkende Kris Peeters het gerucht dat de Chinese bussenbouwer BYD plannen zou koesteren om zich op de terreinen van Ford Genk te gaan vestigen. “Een verhaal dat niet klopt,” reageerde de minister-president. “Er zijn de afgelopen weken heel wat verhalen de wereld ingestuurd, maar die kloppen daarom niet, zeker niet dat van de Chinezen.”