Ook in Limburg viert het gekibbel tussen werkgevers en werknemers hoogtij. Nog een geluk dat de vakbonden dezer dagen nog net iets liever hun kanon richten op de regering (lees N-VA), of de ondernemersorganisaties konden opnieuw de eieren van hun ramen schrapen en zich wapenen voor een nieuw rondje in de spandoekenoorlog.
Met de syndicale spanning in de stormlucht, was het dan ook uitkijken naar de persconferentie van de Sociaal Economische Raad van de Regio (SERR), waar de voorzittershamer werd overgedragen van Unizo-directeur Bart Lodewyckx naar ABVV-voorzitter Pierre Vrancken. De SERR is een adviesorgaan waarin de nemers en gevers debatteren over werk en hun gespierde taal die ze in de media aan elkaars adres opvoeren, met een vriendelijke arm om de schouders, afzwakken.
Ook de nieuwe voorzitter heeft de ambitie om binnen SERR-Limburg te focussen op de gemeenschappelijke belangen die werkgevers en werknemers aanbelangen. “Ik ben er zeker van dat we kunnen vertrekken van een gemeenschappelijke missie,” aldus Pierre Vrancken. “We moeten absoluut samenwerken, zodat onze provincie alle kansen kan grijpen om op sociaal-economisch vlak sterker te worden. Dat zijn we aan de Limburgers verplicht. Zeker in deze moeilijke omstandigheden.”
Vrancken doelt op de sluiting van Ford Genk en de zware gevolgen daarvan voor de werkgelegenheid en de sociale cohesie in Limburg. “Werk is de prioriteit van alle partners in de SERR. Dat moet zo blijven.” De nieuwe voorzitter ziet nog enkele gemeenschappelijke belangen: “Ik denk aan de mobiliteit, met de uitvoering van de Noord-Zuidverbinding en het Spartacusplan. Verder is de bekommernis voor het milieu een agendapunt dat ons beiden aanbelangt, alsook de bestrijding van discriminatie en racisme op het werk.” Lodewyckx ziet daarmee enkele thema’s uitgediept, die het voorbije jaar onder zijn voorzitterschap ook op de agenda stonden: “Ford en SALK waren vaste items in onze discussies, maar ook de Noord-Zuid, de leefbaarheid van de horeca of Het Nieuwe Werken, kwamen aan bod. Ondanks de grote verschillen tussen vakbonden en werkgevers, die trouwens altijd zullen blijven bestaan, pleit ook ik voor een samenwerking waarbij we kunnen leren van elkaars ervaringen en standpunten. Een open debatcultuur en wederzijds begrip zijn nodig om Limburg er bovenop te helpen.”