De Belgische overheden gaan aan de haal met de helft van de bedrijfswinst van de meeste bedrijven. De impact is nog groter als ook de bijdragen door derden (werknemers, aandeelhouders) worden meegerekend. Dat blijkt uit een onderzoek van Deloitte. De studie is gebaseerd op de gegevens van het boekjaar 2010 van 2.600 familiale kmo’s.
Uit de resultaten blijkt om te beginnen dat 70% van de Belgische kmo’s in 2010 weer winst heeft gemaakt. Niet slecht, na het annus horribilis 2009. “De veerkracht van de familiale kmo’s, zo vlak na de financiële crisis, is alvast opmerkelijk”, zegt Luc de Werdt van de Limburgse zetel van Deloitte in Hasselt.
Van de winstgevende bedrijven heeft 73% vennootschapsbelasting betaald. Dat niet alle winstgevende bedrijven dat deden, heeft te maken met de recupereerbare verliezen en overdraagbare notionele intrest-aftrekken van 2009.
De grootste hoop (mediaan) van kmo’s betaalt 27,9% vennootschapsbelasting. Het officiële tarief bedraagt 33,99%. Maar dankzij een aantal aftrekken (onder meer de notionele intrestaftrek) kan de vennootschapsbelasting lager uitvallen. Toch komt een kwart van de kmo’s aan een vennootschapsbelasting van 33,8%. Evenveel bedrijven betalen 18,6% of minder. “Dat bedrijven geen vennootschapsbelasting betalen, zoals tegenwoordig vaak te horen valt, is dus niet correct”, stelt de Werdt.
En dat is niet alles…
Bedrijven spekken de staatskas nog op tal van andere manieren, bijvoorbeeld via werkgeversbijdragen (RSZ), onroerende voorheffing en een hele rij andere taksen. Om dat overheidsbeslag te berekenen, heeft Deloitte de ‘Tax Foot Print’ in het leven geroepen. Daaruit blijkt dat de meeste bedrijven (mediaan) van elke 100 euro omzet meteen 5 euro aan de staat geven. Van de bedrijfswinst (ebit) gaat meer dan helft (52%) naar de staat. En van de winst voor belastingen gaat 54% naar de overheid. De resultaten verschillen wel van sector tot sector. Zo ligt de Tax Foot Print hoger voor bedrijven in de bouw en de industrie, maar lager in diensten, handel en agro-food. Voor een bedrijf uit de metaalsector bedraagt die ‘Maatschappelijke voetafdruk’ 18,5% van de omzet. Van 100 euro omzet gaat er dus 18,5 euro rechtstreeks en onrechtstreeks naar de staat. Voor een bedrijf uit de dienstensector is dat 22,3 euro per 100 euro omzet.