Oplossingen bieden aan de hoge werkloosheid, meer arbeidsrijpe jongeren laten instromen om de vergrijzing te compenseren en een betere match maken tussen diploma’s en vacatures: dat zijn de voornaamste uitdagingen waar volgens de Limburgse Toekomstindicator, de komende jaren in de provincie aan moet gewerkt worden. De resultaten van de studie door de UHasselt en Voka Limburg, werden in aanwezigheid van Vlaams minister Muyters (N-VA) woensdag voorgesteld in Hasselt.
Al voor het vierde jaar op rij maken de UHasselt en Voka Limburg een Toekomstindicator voor Limburg, waarbij belangrijke facetten onder de loep worden genomen zoals de evolutie van talent (onderwijs en arbeidsmarkt), internationalisering (export en buitenlandse investeringen) en innovatie (IWT-steun en starters). Daarbij valt het op dat het aantal Limburgse jongeren in het hoger onderwijs gunstig evolueert, maar het aantal leerlingen in het technisch en beroepsonderwijs dramatisch daalt (-47 pct tov 2002). Er is in de provincie tevens een duidelijk mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, alsook een zorgwekkende evolutie van de vergrijzing. Voor elke 100 ouderen die met pensioen gaan, staan er maar 86 jongeren klaar om over te nemen.
Op vlak van export doet Limburg het wel goed, aldus de cijfers. Het aantal buitenlandse investeerders neemt eveneens toe. Wat de innovatie betreft, baart de sterke daling van het aantal starters de onderzoekers zorgen.
“Een set van maatregelen, zoals meer deeltijds leren en de promotie van technisch onderwijs, moet dringend worden doorgevoerd,” zegt Voka-voorzitter Paul Kumpen. De organisatie heeft de minister een hele koffer met aanbevelingen gegeven om de Limburgse Toekomstindicator in positieve richting te sturen. Minister Muyters had, net als provinciegouverneur Herman Reynders, oor voor de suggesties. “Veel problemen, zoals loonkostenhandicap, taalachterstand van allochtonen of de leegloop van BSO en TSO, zijn ook buiten Limburg heikele thema’s,” aldus Muyters. “In ons regeringsprogramma staan al vele acties in deze richting. Hoedanook houden we zeker rekening met de suggesties van Voka en de UHasselt.”