Geld-Conjunctuur-300×204

“Starters hebben wel recht op overbruggingsrecht”

Heel wat starters menen dat ze niet in aanmerking komen voor het overbruggingsrecht om de coronacrisis door te komen. "Ze kunnen niet aantonen dat ze vorige maand een omzet hadden die 40% lager was dan in de eerste maand van hun opstart", zegt Bart Lodewyckx van Unizo Limburg. "Maar het volstaat om de vergelijking te maken met hun businessplan. Als het vooropgestelde cijfer voor bijvoorbeeld maart 2021 40% lager is dan de werkelijke omzet, dan is het overbruggingsrecht wel degelijk van toepassing."

Unizo Limburg krijgt heel wat starters over de vloer die, voor ze goed en wel vertrokken zijn, de handdoek in de ring willen gooien. “Ze denken dat ze geen recht hebben op het overbruggingsrecht omdat ze de noodzakelijke vermindering van omzet niet kunnen aantonen”, legt Lodewyckx uit. “Het probleem doet zich vooral voor bij starters die na 1 maart 2020 zijn begonnen en door de crisis al een erg lage omzet hadden in hun eerste maand. Dan is het bijzonder moeilijk om nu te bewijzen dat hun omzet van bijvoorbeeld vorige maand, nog eens 40% lager ligt dan in hun eerste maand uit 2020. Daardoor denken ze niet voor steun in aanmerking te komen en willen ze hun start-up voor bekeken houden.”

Maar het zit toch enigszins anders, zo blijkt. “De juiste werkwijze – die bijna nergens staat vermeld – is dat deze starters hun werkelijke omzet van vorige maand moeten vergelijken met de omzet die in hun businessplan voor die maand vooropgesteld werd”, aldus Bart Lodewyckx. “Met die vergelijkingsbasis komen ze dan vaak wel aan een werkelijke omzet die meer dan 40% lager ligt dan aanvankelijk geraamd. En zo openen ze dus wel een recht op het overbruggingsrecht. Voor vele starters is dat van levensbelang: het vermijdt dat ze ten onder gaan vooraleer ze goed en wel begonnen zijn.”

Bij deze: een sprankeltje hoop voor de starters in kwestie!