“Ja, de Russische staatsbedrijven zijn oubollig en werken maar half. Ja, de Russische economie lijdt stevig onder de zwakke roebel, de superlage olie- en gasprijzen. En neen, Poetin is geen braaf manneke. Maar vergis je niet. Er is een hele beweging aan de gang om de oude economie om te turnen naar een hypertechnologische bedrijvigheid. Ze zijn zelfs de mosterd komen halen in Genk.”
Dat zegt Martin Hinoul (72), afkomstig van Maaseik en behalve professor in de fysica, ook economische reisduif en topconsultant. De jongste vijf jaren heeft hij meegewerkt aan een twee grote technologische projecten in Rusland. “De Russen beseffen wel degelijk dat ze hun oude economie, gebaseerd op olie en gas, dringend moeten omturnen naar een kenniseconomie. Ze weten ook wel dat ze daar te lang mee gewacht hebben. Maar wat ik merk, is een zeer grote vastberadenheid, een hoge motivatie en een enorme leergierigheid bij de economische topmensen. Hun universiteiten en hogescholen leveren ook zeer degelijke mensen af.”
Volgens Hinoul komen de Russen vooral de mosterd halen in de driehoek Aken-Eindhoven-Leuven. “Die regio zien ze als voorbeeld hoe ze hun oude economie kunnen moderniseren. De gouverneur van Oeljanovsk is zelfs op bezoek geweest bij burgemeester Wim Dries van Genk, om te kijken hoe Genk de oude mijnindustrie heeft weten vervangen door zijn maakindustrie en projecten als C-Mine en EnergyVille.”
Al die ervaringen heeft Hinoul neergeschreven in zijn recentste boek ‘De beer ontwaakt – Naar een kenniseconomie in Rusland’. “Ik heb vooral ons westerse beeld over Rusland, met Poetin als de dictator en een dreigende tweede Koude Oorlog, willen bijschaven,” zegt Hinoul. “We mogen de Rus niet onderschatten. Als straks de economische sancties worden opgeheven, moeten onze bedrijven op die trein kunnen springen. Het is beter om met hen samen te werken, dan hen de (economische) oorlog te verklaren,” waarschuwt Hinoul.