Voor de inoxproducent Aperam is het jaar goed begonnen. Dat zeggen de vakbonden naar aanleiding van de voorstelling van de resultaten van de groep. “Het is lang geleden dat ons orderboekje zo goed gevuld was,” zegt vakbondsafgevaardigde Nico Vanardennen van het ABVV. Algemeen directeur Gert Heylen legt de nadruk op de uitdagende omstandigheden in de markt.
De beursgenoteerde producent van roestvast staal Aperam heeft 2014 afgesloten met een nettowinst van 95 miljoen dollar. Daarmee maakte het bedrijf, dat enkele jaren geleden werd afgesplitst van de staalreus ArcelorMittal, het forse verlies van 2013 nagenoeg helemaal goed. Toen dook het resultaat 100 miljoen dollar in het rood. Nu steeg het bedrijfsreslutaat zelfs van 292 miljoen dollar tot 547 miljoen dollar.
Bij de vakbonden van Aperam in Genk is dat een positief signaal. “Het is lang geleden dat ons orderboek bij het begin van het jaar zo goed gevuld was,” aldus Nico Vanardennen (ABVV). “De voorbije jaren moesten we genoegen nemen met bestellingen voor ongeveer een maand, dit jaar is er al werk voor drie maanden. Recent werd zelfs een lijn die jarenlang heeft stilgelegen, terug opgestart.”
Binnen de groep Aperam is Aperam Genk de grootste site. De goede resultaten zijn dus zeker ook hun verdienste. Uit goede bron kon gisteren vernomen dat er vorig jaar ruim 618.000 ton staal uit de fabriek rolde, tegenover 532.000 ton in 2013. Bedrijfsleider Gert Heylen wilde de cijfers niet bevestigen, maar zegt wel dat als de volumes van de groep toenemen, en Genk daar zijn steentje aan bijdraagt.
