De producent van roestvast staal Aperam in Genk is het jaar goed begonnen. Dat heeft algemeen directeur Bernard Hallemans gezegd naar aanleiding van de ondernemingsraad. Voor de eerste drie maanden van het jaar ligt de productie zelfs hoger dan verwacht. En ook op sociaal vlak gaat het de goede kant uit. Vorige week werd er een punt gezet achter de onderhandelingen over de CAO.
Eind vorig jaar trokken de vakbonden aan de alarmbel nadat was gebleken dat de productievolumes van roestvast staal voor 2014 niet waren verhoogd ten opzichte van 2013 en dat er bovendien ook nog eens 25 tot 30 mensen moesten afvloeien. De vakbonden vreesden voor het voortbestaan van de fabriek, waar ruim 1.150 mensen werken, maar de directie ontkende in alle toonaarden dat de fabriek ten dode is opgeschreven.
In de twee maanden die sindsdien zijn verstreken, is er veel gebeurd. De nieuwe CAO schept klaarheid. “Het vertrek van ruim 25 mensen wordt hierin geregeld,” aldus Rudi Essers van de christelijke vakbond ACV. “Zij kunnen met brugpensioen of SWT vanaf 56 of 57 jaar naargelang de categorie waartoe men behoort.” Vakbonden en directie van Aperam Genk maakten ook afspraken rond de uitkering van een zogenoemde ‘resultaatgebonden premie’ om de inspanningen van de werknemers te belonen.
9 miljoen besparen
Volgens secretaris Pierre Vrancken van het ABVV keert de rust stilaan terug bij Aperam. “Maar echt gerust zijn we pas als de economie terug aantrekt, ook wordt Genk stilaan een van de goedkoopste sites van de Aperam-groep.”
Toch zegt algemeen directeur Bernard Hallemans dat ook dit jaar nog grote inspanningen nodig zijn om de Chinese concurrentie voor te blijven. “In 2014 hopen we in Genk zo’n acht tot negen miljoen euro te besparen.” Vorig jaar was 16 miljoen euro.
