Na de sluiting van de laatste steenkoolmijn werd de LRM in 1994 opgericht om het economische weefsel van Limburg te versterken. Ondertussen is LRM al drie decennia een belangrijk investeringsvehikel en de drijvende kracht achter een duurzame transformatie van Limburg. Ze is een rollend investeringsfonds dat opbrengsten uit investeringen opnieuw investeert.
Een tweede focus van LRM ligt op innovatief vastgoed, met de uitbouw van negen incubatoren en drie toonaangevende campussen: Corda Campus, Thor Park en Droneport. De transformaties van voormalige mijnsites – zoals Terhills Resort in Maasmechelen en de erfgoedrealisaties op be-Mine in Beringen – kennen in de wijde omgeving hun gelijke niet. Daarnaast staat LRM mee in voor de groene transitie van bedrijven in Limburg en heeft ze als regisseur van complexe (vastgoed)projecten een belangrijke expertise in Limburg opgebouwd.
Op initiatief van voogdijminister Jo Brouns heeft de Vlaamse regering de nieuwe samenwerkingsovereenkomst met LRM goedgekeurd. Een logisch gevolg van het goede werk dat de investeringsmaatschappij heeft geleverd. Want ondanks de moeilijke omstandigheden die de corona- en energiecrisis met zich meebrachten, heeft de LRM de voorbije periode veel gerealiseerd.
“Door te investeren in incubatoren en campussen creëert LRM in Limburg omgevingen waar kansrijke sectoren zich kunnen ontwikkelen”, reageert CEO Tom Vanham van de LRM. “De toegevoegde waarde van die campussen en incubatoren gaat bovendien verder dan het pure vastgoed: er worden nieuwe ecosystemen gecreëerd die ondernemerschap, bedrijvigheid en tewerkstelling in toekomstgerichte sectoren mogelijk maken.”
Ook Vlaams voogdijminister Jo Brouns (CD&V) is erg tevreden: “In heel Europa staan de industrie en de kmo’s voor grote uitdagingen door de snelle transitie die op twee domeinen moet worden gemaakt: digitalisering en duurzaamheid. Het is cruciaal dat LRM haar rol in deze transitie kan blijven spelen. Met de nieuwe samenwerkingsovereenkomst bieden we de zekerheid dat LRM het vliegwiel zal blijven in de ontwikkeling van het sociaaleconomische weefsel in Limburg.”