De rechtszaak die de vakbonden van Ford Genk hebben aangespannen tegen de directie van het bedrijf, zal pas op 28 november 2013 voor de arbeidsrechtbank in Tongeren worden gepleit. Dat werd donderdagmorgen tijdens de openingszitting vastgelegd. De bonden verwijten Ford dat er contractbreuk werd gepleegd door in ruil voor inlevering werkzekerheid te bieden tot 2020. Bij de ondertekening van het zogenaamde Toekomstcontract beloofde Ford 3 nieuwe modellen te zullen bouwen en deed de Vlaamse regering er nog een hoop subsidies bovenop. Een maat voor niets, zoals bekend, want Ford vindt dat een clausule in de overeenkomst hen het recht geeft alle afspraken op te blazen. De bonden betwisten dat, gesteund door enkele juridische specialisten.
Zwaard van Damocles
De advocaten van beide partijen krijgen nu ruim de tijd om hun pleidooien voor te bereiden. Eind november mogen ze hun relaas komen doen in Tongeren. “Los van de timing, is het uiterst belangrijk dat de zaak nu lopende is,” zegt Rohnny Champagne van het ABVV. “Dit hangt als een zwaar van Damocles boven het hoofd van Ford. Wees maar zeker dat ze er niet gerust in zijn. Deze juridische procedure bewijst dat we met de nodige daadkracht, goede voorbereiding en met de nodige experts aan onze zijde, de strijd voor een rechtvaardig sociaal plan zullen aangaan.”
Economische werkloosheid
De directie heeft aan de vakbonden intussen nog meegedeeld dat er niet zal gewerkt worden op 4, 11, 18 en 25 februari. In maart is de economische werkloosheid voorzien op 4, 11, 25 en 29 maart en in april zal er de eerste week (1 tot en met 5) niet gewerkt worden. De kalender voor deze laatste 2 maanden ligt wel nog niet helemaal vast.
Sociaal vangnet
Tot slot komen er ook initiatieven op gang om niet alleen de economische, maar ook de sociale gevolgen van de sluiting van Ford Genk op te vangen. De onzekere situatie over de toekomst brengt naast materiële en financiële problemen, immers ook heel wat vragen, angsten en spanningen met zich mee.
Vandaar dat de Vlaamse regering op initiatief van minister van Welzijn Jo Vandeurzen, samen met de provincie Limburg, middelen heeft vrijgemaakt om de eerste noden van de getroffen werknemers en hun gezinnen op te vangen. Het gaat onder meer om budget- en schuldhulpverlening of psychosociale begeleiding. “Het is heel belangrijk dat deze mensen geholpen worden bij het verwerken van deze zware klappen en dat zij opnieuw een perspectief zien,” aldus Jo Vandeurzen. “We roepen tevens de politieke wereld, het maatschappelijk middenveld en alle organisaties en verenigingen op om gezamenlijk de handen uit de mouwen te steken voor het behoud van een sociale toekomst voor Limburg.”
Er werd alvast een concreet telefoonnummer in gebruik genomen waarop mensen die getroffen zijn, zich kunnen melden (011 28 88 64). Van daar uit zullen ze dan verder worden begeleid naar de juiste hulpverleners.