Nieuw kapitaal, de verkoop van de divisie in Frankrijk en een strategische herpositionering hebben ervoor gezorgd dat de Beringse kranenfabrikant Arcomet uit een zware crisis is gekropen. Met de introductie van een nieuwe kraan wil de (relatief) nieuwe directeur, Philippe Cohet, de wind weer vol in de zeilen krijgen. “Het tij is gekeerd, de toekomst ziet er heel mooi uit,” zegt Cohet. Een nieuwe hoogtechnologische kraan (de A47 Eco City), die dezer dagen wordt voorgesteld op de bouwbeurs Matexpo, moet Arcomet definitief op het goede spoor loodsen.
Vorig jaar stelden financiële experten zich grote vragen bij de levensvatbaarheid van Arcomet. De schulden waren opgelopen tot 165 miljoen euro. Het signaal voor een grondig reddingsplan. Philippe Cohet voerde een aantal drastische beslissingen door. Zo werd de Franse divisie, goed voor 350 kranen, van de hand gedaan. De aandeelhouders (Sofina en het Franse investeringsfonds LFPI) kwamen met vers geld over de brug en Gigarant, het Vlaamse waarborgfonds onder de vleugels van Participatie Maatschappij Vlaanderen (PMV), werd ook betrokken in de reddingsoperatie.
“Hierdoor hebben we de focus gelegd op de kerntaken waar we goed in zijn: het aanbieden van complete huuroplossingen voor torenkranen, en dat in landen als de Benelux, Duitsland en
het Verenigd Koninkrijk,” stelt Cohet. “De combinatie van productie en verhuur van
torenkranen maakt ons uniek in de markt. Wij beschikken bovendien over de technici die weten hoe kranen ontworpen, gebouwd, gerepareerd en onderhouden worden. Met die troeven zijn we vastberaden om marktleider te blijven.” Dat lijkt aardig te lukken. “Onze laatste cijfers laten voor 2015 een groei van ‘double digit’ zien. “Het rendement is bovendien vergroot. We kijken vanaf nu alleen maar vooruit.”
Arcomet werd opgericht in 1956. De omzet bedraagt momenteel zo’n 70 miljoen euro. Er werken in totaal 226 medewerkers, verdeeld over vestigingen in België, Duitsland, Nederland en Groot-Brittannië.