Geen nicnacjes of chocoladen sinten: de 4 Limburgse gedeputeerden die maandag de eed aflegden, kregen wel wat anders op hun bord: een prioriteitenlijst met 5 cruciale dossiers, afgebakend door zowel de werkgevers als de vakbonden.
De sociale partners zijn verenigd in de SERR, wat staat voor Sociaal Economische Raad voor de Regio. Deze SERR heeft de opdracht om advies te geven aan de diverse beleidsniveaus over socio-economische materies. Onder voorzitterschap van Unizo-baas Bart Lodewyckx, heeft de SERR nu een charter opgesteld met 5 aandachtspunten voor de nieuwe gedeputeerden, die maandag in het Provinciehuis geïnstalleerd werden.
Te weten: de Noord-zuidverbinding (N74), het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BVR), het 10/10/10 plan van de Universiteit Hasselt, de toekomst en voortbestaan van de provincie en van de Limburgse Reconversie Maatschappij (LRM).
Lodewyckx is duidelijk: “De provincie neemt in Limburg een unieke rol op om de krachten te bundelen, expertise ten dienste te stellen en samenwerking te stimuleren. Het provinciaal niveau kan zodoende een tegengewicht blijven vormen voor de ontwikkelingen binnen de Vlaamse ruit. Dat kan door erg belangrijke dossiers ter harte te nemen, zoals de toekomst te verzekeren van de LRM. De SERR engageert zich om de nieuwe gedeputeerden te ondersteunen bij de realisatie van deze dossiers.”
Gesnapt
Eerste gedeputeerde en woordvoerder van de deputatie, Inge Moors, wijst op de grote overeenkomsten met de dossiers die het zopas verkozen viertal voor de komende legislatuur zelf naar voor schuift: “Zo speelt het Beleidsplan Ruimte Limburg een sleutelrol in onze ambitie om van Limburg de beste regio van Vlaanderen te maken om te leven, wonen en werken”, zegt ze. “Talentontwikkeling, zoals onder meer de UHasselt vooropstelt, én mobiliteit vormen belangrijk speerpunten in ons beleid. Ook vrijetijdseconomie en toerisme blijven erg belangrijke pijlers. Om Limburg economisch te versnellen, houden we de SALK-strategie aan. Hierbij verbinden we de overheid, ondernemers en kennisinstellingen. Tot slot zullen ook de LRM, erfgoed, LIRES, de land- en tuinbouw, Europese programma’s en veiligheid een centrale plaats krijgen binnen het beleid.”