Wanneer werknemers uitvallen op het werk als gevolg van fysieke klachten, zoals rug- en nekpijn, rijst vaak de vraag wat ze nog kunnen en wanneer ze kunnen terugkeren naar hun werk. Momenteel wordt deze inschatting meestal gemaakt door artsen op basis van klinische testen. Echter: dokters, arbeidsgeneesheren en organisaties die betrokken zijn bij arbeidsreïntegratie, geven aan dat er behoefte is aan objectievere metingen om een nauwkeurige inschatting te kunnen maken van iemands mogelijkheden en om te voorkomen dat mensen opnieuw blessures of klachten oplopen.
Binnen PXL Zorginnovatie is daarom een objectief assessment ontwikkeld dat kan helpen bij het inschatten van iemands arbeidsvaardigheden en bij het voorkomen van klachten door middel van preventieve ergonomie. “Met de steun van VLAIO hebben we de beschikking over een zeer innovatief Research en Development Lab, dat is uitgerust met geavanceerde camera’s, apparatuur voor het meten van spieractiviteit (elektromyografie) en sensoren om gewrichtshoeken en beweging te registreren”, zegt Kim Daniels, Head of Research Care Innovation bij Hogeschool PXL. “Met behulp van deze geavanceerde apparatuur willen we op een objectievere en nauwkeurigere manier de arbeidsvaardigheden van individuen in kaart brengen. Dit stelt ons in staat om een gedegen bijdrage te leveren aan het uiterst maatschappelijk relevante onderwerp van arbeidsreïntegratie. Door de mogelijkheden van werknemers op het gebied van arbeidsvaardigheden objectiever te meten, kunnen we een beter inzicht krijgen in wat ze nog kunnen en hoe ze kunnen worden ondersteund om veilig en efficiënt terug te keren naar hun werk.”
Het laboratorium heeft nog meer troeven: “Bovendien stelt deze technologie ons in staat om preventief te werk te gaan”, aldus nog Daniels. “Door middel van ergonomie kunnen we vroegtijdig ingrijpen en maatregelen nemen om blessures en klachten te voorkomen. Dit is van groot belang, aangezien het voorkomen van terugkerende klachten niet alleen de werknemers ten goede komt, maar ook de werkgevers en de maatschappij als geheel.”