De praktijktesten of mystery calls die door de inspecteurs worden toegepast, doen een belletje rinkelen bij de advocaten. “Dit doet denken aan het opsporen en vaststellen van inbreuken op de wetgeving om discriminatie tegen te gaan”, zeggen Tom Arts en Sabrina Fiorelli. “In dat geval hebben de inspecteurs sinds 1 april 2018 een bijzondere bevoegdheid gekregen om zich voor te doen als klanten, potentiële klanten, werknemers of potentiële werknemers. Toch zijn er een paar voorwaarden aan verbonden. Zo moeten er objectieve aanwijzingen van discriminatie zijn, gesteund door resultaten van datamining en datamatching. Bovendien moeten inspecteurs vooraf het akkoord ontvangen van de arbeidsauditeur of de procureur des Konings, en dan nog op voorwaarde dat deze vaststellingen niet op een andere manier kunnen gebeuren.” En er is nog een belangrijke bijkomende beperking: provoceren mag niet. Dit betekent dat de intentie om een misdrijf te plegen, niet mag ontstaan door tussenkomst van de inspecteur .”
De advocaten passen dit alles toe op de recente gebeurtenissen rond corona. “In tegenstelling tot de controle op de anti-discriminatiewetgeving, hebben de inspecteurs geen bijzondere bevoegdheid gekregen om de naleving van de coronamaatregelen of welzijnswetgeving te controleren”, aldus nog Arts en Fiorelli. “In het kader van het Ministerieel Besluit van 28 oktober, mogen sociaal inspecteurs toezien op de naleving van de verplichtingen zoals telethuiswerk en social distancing, maar dat geeft hen geen recht om zich voor te doen als klanten, potentiële klanten, werknemers of potentiële werknemers, en hierdoor ondernemers ‘in de val te lokken’. Zij mogen in dit kader dus geen mystery calls of praktijktesten doen.”