Sinds de stads- en gemeentebesturen in grote mate zelf de invulling van hun winkelaanbod kunnen bepalen, loopt het af en toe grondig fout. De supermarktketens vangen elkaar meer vliegen af dan er op een warme zomerdag rond een verse koeienvlaai circuleren. Terwijl tot de nok gevulde shoppingcentra aan de stadsrand een geliefkoosd doelwit zijn van massa-terroristen, kan je in de dorpskern naakt gaan paardrijden zonder dat iemand je gezien heeft. Bij wijze van spreken…
Gemeentelijke mandatarissen en ambtenaren weten duidelijk niet altijd even goed welke aanvragen voor nieuwe winkels ze moeten goedkeuren, dan wel weigeren. Het provinciebestuur wil daarom een helpende hand aanreiken. Er is een tool gemaakt, die specifiek per gemeente, een objectief rapport kan maken over de evolutie van de lokale handel. RetailCompass, zoals het instrument heet, werd woensdag in Hasselt voorgesteld aan de gemeentelijke beleidsverantwoordelijken en afdelingsverantwoordelijken. RetailCompass geeft aan welk aanbod onder- en oververtegenwoordigd is, of de periferie, dan wel de handelskern het meest aangewezen is, en welke impact bepaalde beslissingen zullen hebben op het koopgedrag van de consumenten.
“Lokale besturen krijgen hiermee een belangrijke provinciale ondersteuning bij het uitwerken en uitvoeren van een kernversterkend detailhandelsbeleid,” zegt gedeputeerde van Economie, Marc Vandeput. “Een goed functionerend handelsapparaat is erg belangrijk, want in Limburg spreken we in deze sector over 17.500 handelspanden met 1,85 miljoen m² winkelvloer-oppervlakte, meer dan
10.000 zelfstandige ondernemers en 17.000 werknemers. Nemen we de horeca daar nog eens bij dan komen daar nog eens 15.000 jobs bij.”