Meer interimcontracten door eenheidsstatuut

Het gaat opnieuw beter met de uitzendsector. Het aantrekken van de conjunctuur zorgt voor bijkomende vacatures. Sinds 1 januari worden die echter vaker ingevuld door uitzendkrachten in plaats van door medewerkers met een vast contract. De reden? Het eenheidsstatuut.

“We stellen om 3 voorname redenen een stijging vast in de uitzendcontracten,” weet Gert Willems, bedrijfsjurist bij de uitzendgroep Flexpoint in Hasselt. “In de eerste plaats omdat de proeftijd is afgeschaft. Wie een bediende aanwerft met een vast contract, kan er in de eerste 6 maanden niet meer vanaf met een opzeg van 7 dagen. Die opzeg is na een half jaar 4 tot 6 weken. Een kostelijke grap. Trouwens, ook de werknemer kan niet meer direct weg als de job niet bevalt.”

EenheidsstatuutEen tweede reden is de verlengde opzegtermijn bij de arbeiders. “Zelfde verhaal,” aldus Willems. “Stel dat je een arbeider met een jaar anciënniteit wil laten gaan, dan is de opzeg minstens 7 weken.”

Ten derde wijst Willems op de administratieve verzwaring sinds de wet op het eenheidsstatuut op 1 januari werd ingevoerd. “Wie voor die datum werd aangeworven, en erna wordt ontslaan, krijgt te maken met een gemengde berekening van het oude en nieuwe systeem. Erg onduidelijk allemaal. Bovendien moet een ontslag tegenwoordig schriftelijk gemotiveerd worden, wat nog eens extra werk vergt.”

En dus kiezen werkgevers vaker om eerst een testfase via een uitzendcontract door te maken. “Er zijn geen andere mogelijkheden om langs 2 zijden op een goedkope manier af te tasten of er een match is,” vindt Willems. “De aanwerving via interim met het oog op het testen voor een vast contract, is trouwens vorig jaar pas in de wet opgenomen. Het kan dus perfect.”

“Goedkope reclame”
Mathieu Verjans, nationaal secretaris van het ACV, betwist de wettelijkheid van deze constructie. “Ze druist in tegen de afspraken die we met de werkgevers in het kader van het eenheidsstatuut hebben gemaakt,” vindt hij. “Er zijn strikte voorwaarden aan uitzendarbeid verbonden. Het mag geen goedkoop alternatief zijn voor een vast contract. In dat geval kan er zelfs een sanctie worden opgelegd, meer bepaald dat het uitzendcontract de facto wordt omgezet in een overeenkomst van onbepaalde duur. Volgens mij willen de uitzendkantoren gewoon wat goedkope reclame voor zichzelf maken door dit onder de aandacht te brengen.”

Bij Federgon, de federatie van de uitzendbedrijven, wordt bevestigd dat de gevolgen van het eenheidsstatuut overal in het land een effect op de uitzendarbeid hebben. “Al weten we niet precies hoeveel, aangezien de conjunctuur op zich ook een stijging van het aantal uitzendkrachten meebrengt,” besluit Paul Verschueren, directeur Economische Dienst bij Federgon.