De aanslepende crisis doet meer en meer Belgen de stap zetten naar een officiële bijverdienste. Momenteel zijn er 219.285 bijberoepers, ruim 15 procent meer dan in 2007. De stijging heeft onder meer te maken met de toenemende druk op het huishoudbudget. “Steeds meer mensen voelen de noodzaak om een centje bij te verdienen,” luidt het bij handelsfederatie Comeos. UniZeb, de Unie van Zelfstandigen in Bijberoep, voegt toe dat mensen ook een bijberoep nemen uit angst om vroeg of laat hun job te verliezen.
Misbruik
Het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ) pleit voor een financiële ondersteuning voor bijberoepers die de stap zetten naar een bestaan als zelfstandige in hoofdberoep, om zo het verschil in sociale bijdragen, en daarmee ook de onderlinge concurrentie, sneller te doen verkleinen. Andere beroepsfederaties gaan nog verder om de oneerlijke competitie van bijberoepers aan te klagen. Zoals de Bouwunie bijvoorbeeld. “Vaak wordt dit statuut van bijberoep als dekmantel gebruikt voor zwartwerk,” zegt Jean-Pierre Waeytens. “Om misbruiken aan te pakken, moet men ook de particuliere klant hierbij betrekken. Zo moet hij voordelen kunnen bekomen door correcte facturen te eisen. Daarnaast moet de particulier ook mede aansprakelijk gesteld worden als hij een beroep doet op zwartwerkende bijberoepers. De bijberoepers in de bouw moeten volgens ons na 3 jaar de normale bijdragen betalen, zoals de gewone zelfstandigen. Anders blijft de concurrentie oneerlijk.”
Schilders op één
Het aantal mensen dat naast zijn reguliere baan bijklust in de bouw is de laatste jaren snel gestegen. Ondertussen werkt al een kwart van de zelfstandigen in de bouwsector in bijberoep. De deelsectoren waarin regelmatig misbruiken worden gesignaleerd, zijn bijvoorbeeld schilders, schrijnwerkers en leggers van opritten en terrassen. Volgens berekeningen van de Nationale Bank zou de Belgische schatkist jaarlijks zo’n 6,5 miljard euro mislopen door zwartwerk.