Brandend actueel zijn ze: de langdurig zieken. “De doelstelling dient toch te zijn dat we deze mensen helpen”, vraagt Louis Kemps, CEO van Itzu/Ucare zich af. “Door hen loopbaanbegeleiding te bieden, kunnen we hen perfect opnieuw inschakelen tot ieders tevredenheid.”
“Maatschappelijk gezien kan men de langdurig zieken als een kost bekijken”, vindt Kemps. “Ongeveer 8 miljard aan de ziekteverzekering en 11 miljard aan economisch verlies… Maar toch kan deze groep van 380.000 mensen ook als een maatschappelijke opportuniteit bekeken worden. Het aantal openstaande vacatures was nog nooit zo groot, er zitten heel wat verborgen talenten in onze groep van langdurig zieken met goesting om hun handen uit de mouwen te steken en terug aan de slag te gaan! Een heel groot deel van deze mensen zou niet het slachtoffer willen zijn van ‘fade-out’, waarbij ze verdwijnen uit het beeld van hun werkgever, het contact verliezen met collega’s en vervreemden van het bedrijf waar ze officieel tewerkgesteld zijn. Dat schept kansen.”
Boetes
Niet door boetes op te leggen, vindt Kemps. “De werkgever een boete van 800 euro laten betalen of de langdurig zieke werknemer een vermindering van zijn uitkering opleggen van 5 à 10%, gaat hen niet helpen om terug aan de slag te gaan.” Hoe dan wel? “Het probleem is dat langdurig zieken, na een lange periode van inactiviteit, niet weten hoe ze aan een nieuwe carrièrestap moeten beginnen. Ze hebben ondersteuning nodig. Een positieve benadering door middel van outplacementbegeleiding zou hen terug op weg kunnen helpen. Ondanks hun ziekte zou er kunnen geïnventariseerd worden wat wel nog mogelijk is, nagaan wat hun talenten zijn, wat hun energie geeft om ze dan klaar te stomen om zich aan te bieden voor de job die binnen hun mogelijkheden ligt. Dit is een positieve benadering. De cijfers van outplacementbegeleiding na langdurige ziekte zijn indrukwekkend: 94% is hier heel tevreden over en 82% is na 6 maanden opnieuw aan het werk. Met andere woorden: als de overheid haar verantwoordelijkheid hierin opneemt, en dit traject verplicht maakt, zijn alle partijen op korte termijn winnaars: de werknemer is opnieuw aan de slag, de werkgever kan zijn personeelstekort opvangen met gemotiveerde mensen, de overheid moet geen ziekte-uitkering meer betalen. Het enige struikelblok zou kunnen zijn dat de werkgever de kostprijs van de outplacementbegeleiding niet wil dragen maar door de kost in de ziekteverzekering die voor de overheid wegvalt, is het een kleine inspanning voor de overheid om de kosten van de outplacementbegeleiding zelf te dragen en dit struikelblok weg te werken.”