survivor (Foto: Tara Winstead)

Limburgse starters overleven langer

Beginnende ondernemers houden hun zaak langer boven water dan vroeger. Zeventig procent van de Limburgse starters is na 5 jaar nog steeds actief, waarmee onze provincie beter scoort dan het Vlaamse gemiddelde. Dat heeft Voka Limburg becijferd.

Uit een diepgaande analyse van Voka Limburg blijkt dat de Limburgse starters naast kwantitatief ook kwalitatief blijven groeien. De overlevingsgraad na vijf jaar ligt in onze provincie op 70%, waar het Vlaams gemiddelde rond de 66% schommelt. Op Europees niveau is dat zelfs maar 45%. Sinds 2015 werden bovendien 15.544 jobs gecreëerd door start-ups, goed voor meer dan 5% van de totale tewerkstelling in Limburg.

“Het totaal aantal nieuwe starters is een goede economische indicator, maar de achterliggende kwaliteit is nog een stuk belangrijker”, aldus Johann Leten, gedelegeerd bestuurder van Voka Limburg. “Dat zowel de overlevingsgraad als de tewerkstelling in stijgende lijn zit, is alvast positief. Het feit dat er steeds meer oprichtingen gebeuren binnen innovatieve sectoren, toont dan weer aan dat we ons als provincie wapenen voor de toekomst.”

Ellen Olislagers, directeur Eigenaars-Ondernemers bij Voka Limburg, merkt dat het opstarten van een zaak professioneler wordt aangepakt dan vroeger. “Er wordt vaker een beroep gedaan op gespecialiseerde instanties, experten en collega’s uit zakelijke netwerken om de risico’s van het ondernemerschap beter op te vangen”, zegt ze. “Zo zien we de belangstelling voor begeleidingstrajecten, zoals ons Bryo-programma, verder toenemen. Dat verhoogt uiteraard de slaagkansen op langere termijn.”

80 sectoren
Start-ups blijken ook een belangrijke groeimotor voor tewerkstelling binnen de provincie. Sinds 2015 werden 15.544 jobs gecreëerd door nieuwe bedrijven. Verder tonen de data aan dat Limburg de stap van een mono-economy naar een meer divers landschap definitief gezet heeft.

“De starters uit 2021 zijn actief in meer dan tachtig verschillend sectoren”, weet Olislagers. “De bouwsector voert traditioneel de lijst aan, maar ook nieuwe domeinen worden steeds vaker betreden. Het feit dat wetenschappelijke en technische activiteiten de top tien binnensluipen, is een teken dat onze starters mee evolueren met de noden van de maatschappij. En dat is cruciaal om ook morgen concurrentieel te zijn.”