De Limburgse bedrijfswereld is eveneens verrast door het ontslag van trainer Ferrera bij KRC Genk en de aanhoudende malaise daar. Wij contacteerden een paar ondernemers en vroegen hen wat zij zouden doen om het tij te keren. Iedereen heeft er zo zijn idee over, maar toch is er één constante: “Een voetbalclub is géén bedrijf.” De meeste verrassende uitspraak komt van Christa Jouck van de Officenter-keten: “Ik zou Roland Duchâtelet bellen.”
Paul Kumpen (Kumpen)
“Zoek het goede in het verleden”
Paul Kumpen, afgevaardigd bestuurder van het gelijknamige Hasseltse bouwbedrijf en voorzitter van werkgeversorganisatie Voka Limburg, beseft dat het een moeilijke klus is. “Ik zou het alvast niet zelf willen doen”, zegt hij. “Wat ik wel zou doen is kijken van wat er in het verleden goed is gegaan. Want KRC Genk maakt nu wel een crisis door, maar dat is niet altijd zo geweest. Het is belangrijk dat alle mensen in en rond de club nu de koppen bij elkaar steken, die analyse maken en er uit leren. Het is geen kwestie van zondebokken zoeken, maar elkaar willen helpen. De groepsgeest is immers van cruciaal belang en de basis voor succes. Ze moeten voor elkaar durven gaan.”
Kumpen heeft zelf ervaring in de autoracewereld, maar die vergelijking gaat volgens hem niet op. “Zo’n raceteam is veel kleiner en telt slechts een paar sportmensen/piloten. En neem van het mij aan, topsporters zijn géén gemakkelijke mensen om mee te werken. Als je er dan zo tientallen hebt rondlopen, dat maakt het bijzonder moeilijk. Zonder chemie tussen al die mensen, lukt het niet.”
Ivo Marechal (ex-Essers)
“Voetbalclub is geen bedrijf”
Ivo Marechal was tot voor enkele jaren nog CEO bij de logistieke groep H. Essers in Genk, om daarna zijn eigen weg te gaan in het bedrijfsleven. “Ik ken niks van voetbal, en het zegt mij ook niet veel. Ik weet maar één ding en dat is dat een voetbalclub niet zomaar te vergelijken is met een bedrijf. De mechanismen die aan de basis liggen, zijn totaal verschillend.”
Christa Jouck (Officenter)
“Ik zou Duchâtelet bellen”
Ook Christa Jouck, mede-grondlegster van Officenter, zegt van de belangrijkste bijzaak ter wereld niet veel kaas gegeten te hebben. Maar ze weet wel wat ze zou doen. “Ik zou Roland Duchâtelet bellen. Dat is hard vloeken in de kerk, ik weet het, maar ik zou toch bij hem te rade gaan. Hij heeft in het verleden bij Standard bakken kritiek over zich heen gekregen, maar op het einde heeft hij wel altijd gelijk gekregen. Hij is een verstandig man. Ik heb zijn gsm-nummer, ik zou hem bellen”, zegt Jouck. Of ze toch geen consultants onder de arm zou nemen om de toestand te helpen analyseren? “Ik weet niet of dat zou helpen. Voetballers moeten sjotten, toch?”
Dominiek Stinckens (Noliko)
“Geef de voorzitter de tijd”
Managing director Dominiek Stinckens van het groentenbedrijf Noliko in Bree waarschuwt voor overhaaste beslissingen. “KRC Genk heeft een hele goede voorzitter die perfect in staat is om de problemen op te lossen. Geef hem de nodige tijd om de zaken op een rij te zetten. Want een club als Genk aansturen is erg complex. Door nu allerlei zaken snel te veranderen, maak je het enkel nóg ingewikkelder. Het is nu zaak om rustig te blijven”, zegt Stinckens, die zoals bekend ervaring heeft in de volleybalwereld. “Je kan het recept van één sportvereniging niet klakkeloos toepassen in een andere sport. Daarvoor zijn de verschillen te groot. Ook de vergelijking met een bedrijf loopt mank.”
Bart Casters (Casters Beton)
“Nieuwe algemeen directeur”
Bart Casters was met zijn betonbedrijf tot vorig seizoen nog shirtsponsor bij Genk. Die fakkel heeft hij doorgegeven aan de Group Bruno (uitbating van Esso-stations). “Om te beginnen moet er een nieuwe algemeen directeur (AD) worden aangesteld. Daarnaast moet de rol van de dagelijkse werking, het sportief beleid en het bestuur tegen het licht worden gehouden. De taken moeten duidelijk worden afgelijnd. Dat is de basis van een goede werking. Je bouwt toch ook geen huis zonder grond of zonder een goede fundering”, zegt de betonman. Daarnaast pleit hij voor een sterke figuur als trainer. “Dat moet een topper zijn, waar de spelers naar opkijken. Type Eric Gerets bijvoorbeeld. En nog drie transfers: een verdediger, een middenvelder én een spits. De club heeft er het geld voor.”