Limburgse jobstudenten verdienden 136,5 miljoen

Vooral om piekmomenten op te vangen, maar ook omdat ze goedkoper zijn: daarom schakelen 3/10 Limburgse bedrijven jobstudenten in. Vorig jaar klopten deze studenten maar liefst 10 miljoen werkuren, goed voor 136,5 miljoen euro aan inkomsten, zo berekende Unizo Limburg.

Uit de jaarlijkse bevraging van Unizo Limburg (bij 213 ondernemingen) blijkt 3 op 10 Limburgse ondernemers een beroep te doet op jobstudenten en andere tijdelijke krachten. Ze doen dit om piekmomenten op te vangen (6/10), omdat ze goedkoper zijn dan vaste medewerkers (4/10) en om hun bedrijf draaiend te houden als vaste medewerkers vakantie hebben (2,5/10). Een aantal ondernemers meldt ook dat ze noodgedwongen een beroep doen op tijdelijke krachten omdat ze geen vaste medewerkers vinden.

Werken als jobstudent is bovendien een vrouwenkwestie, zo blijkt uit RSZ-cijfers: Limburgse meisjes werken vaker als jobstudent, vullen meer studentenjobs in en werken meer uren dan hun mannelijke collega’s. In totaal werkten alle Limburgse jobstudenten in 2022 samen voor het eerst meer dan 10 miljoen uren. Een record. Het ging om 210 gewerkte uren/student, goed voor een totale verloning van 136,53 miljoen euro of gemiddeld 2.842 euro per student.

Bart Lodewyckx, gedelegeerd bestuurder van Unizo Limburg, analyseert het cijfermateriaal: “Na corona zitten de cijfers inzake studentenarbeid volop in de lift. Studenten werken vaker, langer en doen dat steeds vaker buiten de zomermaanden. Studenten zijn dan ook bijzonder gegeerd bij ondernemingen, en dat hoeft niet te verbazen. Ze voegen in essentie een instant flexibiliteit toe binnen een bijzonder krappe arbeidsmarkt, met een logisch kostenvoordeel. Zo vormt studentenarbeid een ideaal instrument om gewone, reguliere tewerkstelling aan te vullen, of een tijdelijk hogere werklast te counteren. Heel interessant in tijden van arbeidsmarktkrapte is ook dat werkgevers via studentenjobs een inrijpoort hebben voor mogelijke toekomstige vaste medewerkers.”

Lodewyckx benadrukt nog dat het optrekken van het maximale aantal uren voor studentenarbeid belangrijk is. “Ook al ligt het gemiddelde aantal gewerkte uren (212) nog ver onder de grens van 475 uren, die begin 2023 verhoogd werd tot 600 uren, is het voor een aantal studenten essentieel. Neem bijvoorbeeld een student die veertig weekends per jaar gemiddeld 8 uur in een bakkerij of in de horeca werkt, die komt jaarlijks al snel aan 320 uur. Als hij dan nog een maand vakantiewerk doet in de zomer (20×8 = 160 uren), dan was het oude systeem van 475 uren al te weinig. Een uitbreiding van de uren tot 600 verstoort bovendien de markt niet, maar is wel cruciaal voor die bedrijven die er een beroep op doen”, besluit Lodewyckx.