bart lodewyckx tvl

Limburgse bedrijven hebben minder schulden

De kleine en middelgrote ondernemingen in Limburg zijn op de goede weg. Hun schuldgraad en liquiditeit waren in boekjaar 2018 op het beste niveau ooit. De investeringen namen met maar liefst 25% toe en het risico op faillissement daalde gevoelig. Uit het KMO-rapport van Unizo Limburg blijkt ook nog dat de rentabiliteit van het eigen vermogen en de productiviteit nog iets onder het Vlaamse gemiddelde blijven.

Het is samen met UCM en Graydon dat Unizo jaarlijks de boekhoudkundige cijfers van de KMO’s (definitie: 0 tot 50 werknemers) onder het vergrootglas houdt. Daaruit trekt Unizo Limburg enkele provinciale conclusies, waarvan de voornaamste zijn:

– Het aantal KMO’s blijft groeien. De afgelopen 10 jaar kwamen er maar liefst 21% bedrijven met maximaal 50 werknemers bij. Meer dan de helft van alle KMO’s zijn eenmanszaken (dus zonder vennootschapsvorm). De kleintjes komen uit sectoren als diensten, bouw, industrie, retail en horeca.

– De productiviteit van Limburgse KMO’s stijgt, na 2 jaren van daling. Toch blijft onze provincie (lichtjes) onder het Vlaamse gemiddelde. Sectoren die het bij ons heel goed doen: medische vrije beroepers (dokters, etc.), immo en landbouw. Het minst productief: maatschappelijke dienstverlening, horeca, IT, voeding en de communicatiesector.

– De schuldgraad was de afgelopen jaren nooit lager. Onze KMO’s hebben minder schulden bij banken en ander vreemd vermogen, en kunnen steeds beter hun bestaande schulden aflossen. De liquiditeitspositie is beter dan ooit en behoort tot de top in Vlaanderen.

– De netto rentabiliteit van het eigen vermogen neemt toe. Elke 100 euro die geïnvesteerd werd leverde in 2018 voor onze KMO’s 8,54 euro winst op. Het Vlaamse gemiddelde ligt echter op 9,21 euro. Het meest rendabel? Medische beroepen, IT en de wegenbouw. Het minst rendabel? Drukkerijen, landbouw, logies en banken… Het eigen vermogen ‘an sich’ neemt toe, maar niet spectaculair meer of minder dan elders in het land.

– Nog opvallend: de Limburgse KMO’s investeerden de afgelopen 10 jaar zo’n 25% meer (in materiële vast activa). Mooi. Maar: in Vlaanderen bedroeg de gemiddelde stijging 40%. In Limburg werd het geld vooral uitgegeven in de afgelopen 2 jaar, voordien bleven we nagenoeg status quo.

– En dan… last but not least… de indicatie van de kans dat het faliekant afloopt: Waar in Vlaanderen 10% het risico op mislukking loopt, bedraagt dat in Limburg 9% van de KMO’s. Oef. Kijken we naar 10 jaar geleden, dan was dat nog 15%. Nog een indicator dat we redelijk goed bezig zijn.

Gedelegeerd bestuurder Bart Lodewyckx is dan ook positief gestemd: “Een goede gezondheid is de meest gehoorde nieuwjaarswens”, zegt hij. “Dat geldt ook voor de financiële gezondheid van onze KMO’s. Die gaat er de afgelopen jaren stevig op vooruit. We zijn daarmee een middenmotor in Vlaanderen, met enkele positieve uitschieters. Er komt stilaan ademruimte voor investeringen. Enkele gerichte duwtjes in de rug van de overheid (zoals de verhoogde investeringsaftrek in 2019, de SALK-middelen of de erkenning van Limburg als Steunzone) kunnen hier nog een wereld van verschil maken. Zeker in een typische KMO-provincie als Limburg. Let’s do this!”