Bryo, het project van Voka dat jonge mensen begeleidt naar het ondernemerschap, heeft de voorbije drie jaar maar liefst 283 bedrijven geholpen in hun opstart. Het zijn allemaal ambitieuze mensen tussen 18 en 36 jaar met een goed idee, die binnen drie jaar hun eigen bedrijf willen oprichten. Er kwamen al tal van succesverhalen voort uit Bryo. Mooie voorbeelden zijn Davy Kestens (foto), oprichter van SparkCentral (voorheen Twitspark) en Geert Houben, oprichter van Aristoco en één van de genomineerden voor Jonge ondernemer van het jaar 2014.
“Bryo wordt als rolmodel gezien door de Vlaamse overheid, die haar steun aan het project verlengt,” aldus Johann Leten van Voka Limburg. “De evaluaties van de deelnemers zijn dan ook positief. Want een start-up oprichten is zoals een roetsjbaan. Elke dag word je overweldigd door tientallen indrukken en die zijn allemaal tegenstrijdig. Je gaat van de ene ontmoeting naar de andere en een businessplan dat voor een venture capitalist niet ambitieus genoeg is, vindt een business angel dan weer niet realistisch. Voor de jonge ondernemers is Bryo al vijf jaar (waarvan drie in Limburg) een baken in startersland.”
En er is nog werk aan de winkel. “Het moet gedaan zijn met de mensen aan de zijlijn, die zeggen dat er genoeg geld is, maar dat goeie projecten ontbreken,” vindt Leten. “Ondernemerschap is sexy geworden: scholen besteden er aandacht aan en op universiteiten ontstaan er studentenclubs voor ondernemers. Er is veel ten goede veranderd. Er zijn wel degelijk goede projecten, maar deze dossiers en de financiers vinden elkaar niet goed.”
“Je mag daarbij niet vergeten dat het financieel landschap in Vlaanderen heel versplinterd is, wat investeren in start-ups niet makkelijk maakt,” aldus Leten. “Mijn ervaring is evenwel dat een deel van het risicokapitaal in Vlaanderen eigenlijk ‘risicomijdend’ kapitaal is. Investeerders vertellen starters die pas beginnen om later eens terug te komen omdat ze veel tijd moeten steken in kleine bedragen en het risico groot is. Wat ik wel positief vind, is dat enkele ervaren IT-ondernemers de handen in elkaar hebben geslagen om zelf te investeren in jonge starters. Zij spreken de taal van de jonge ondernemers en kennen hun businessmodellen.”