De omzet van schrootverwerker Stelimet uit Genk mag dan wel gestegen zijn van 44,8 naar 52,5 miljoen, maar echt indicatief voor de prestaties van het recyclagebedrijf is dat niet. “Daarvoor zijn we teveel afhankelijk van de sterke schommelende prijzen die op de internationale markten voor koper, zink of aluminium worden betaald,” zegt bestuurder Alphonse Stevens. “Het zijn de marges op de volumes die voor ons van tel zijn.” Maar zelfs met een jarenlange ervaring, blijft het voor Stelimet moeilijk om cijfermatig de stabiliteit te handhaven.
“Voorzichtigheid is de boodschap. We blijven ons erg flexibel opstellen voor onze klanten en nemen geen onverantwoorde risico’s. We hebben geen doel om op vaste tijdstippen met x-procent te groeien. Anderzijds moeten we ieder jaar enkele miljoenen euro’s investeren, vooral in milieumaatregelen, zoals overkappingen, olie-afscheiders, betonneringswerken, enzovoort. Geen sinecure.”
Alphonse Stevens merkt wel dat er tegenwoordig met andere ogen wordt gekeken naar recyclagebedrijven. “Vroeger werden wij door grote investeerders aanzien als dwazen, die grote omzetten moesten draaien aan hele kleine marges. Maar nu alle bankiers wijzen op het toenemende belang van grondstoffen, zoals wij die in gerecycleerde vorm terug aanleveren in bijvoorbeeld de staalindustrie, is de teneur omgeslagen. Private Equity Funds kijken nu wel met belangstelling naar onze sector.” Ambities om zich te laten inlijven, hebben de bestuurders van Stelimet niet. “We zijn en blijven een Limburgs familiebedrijf, dat op eigen kracht kleine stappen in groei wil realiseren. Dit zowel door de bestaande werven te perfectioneren als door mogelijk nieuwe locaties te openen. Maar die opportuniteiten moeten nog verder onderzocht worden.”