De kappersgroothandel Kanters werd in 1946 – dit jaar 75 geleden – in Achel opgericht door Kims grootvader Henri (Harry) Kanters. Hij begon met verzorgingsproducten van de Nederlandse producent Keune af te vullen in kleine flesjes, om daarmee de boer op te gaan. In 2013 nam kleindochter Kim Dericks de zaak over door haar broer uit te kopen. En in 2019 vervoegde haar echtgenoot Joris Bloemen de zaak, na een carrière van 25 jaar in de banksector.
Kanters groeide aanvankelijk vanuit Achel uit tot een groothandel die zo’n 300 kapperszaken in Limburg, Vlaams-Brabant en de Antwerpse Kempen rechtstreeks bedient. Eind 2020, midden in de crisis, verhuisde Kanters naar het nieuwe en eigen gebouw van 1.000 m² in Pelt. De nieuwbouw houdt particuliere klanten gescheiden van de professionals, biedt tegelijk ruimte voor opslag, en schept mogelijkheden voor opleidingen en workshops.
“Kappers zijn vaak emotionele, creatieve mensen, die met hart en ziel begaan zijn met hun eigen klanten. Ze zijn leergierig, maar vaak ook op zoek naar ondersteuning, begeleiding en opleiding. We willen met ons team van zes mensen samen met hen die weg bewandelen. Dat bedoelen wij met een relatie op lange termijn”, zeggen Kim en Joris.
En raar maar waar, de coronacrisis heeft de relatie tussen Kanters en zijn kappers nog versterkt. “Toen de deuren dicht moesten, zaten onze klanten duidelijk met hun handen in het haar”, zegt Joris Bloemen. “Nog nooit kregen we zoveel telefoontjes en vragen van ongeruste kappers. Wat moesten zij nu doen? Welke maatregelen konden ze nemen? Hoe moesten ze doe-het-zelf-pakketjes voor haarkleuringen samenstellen voor hun trouwe klanten? En hoeveel mag dat kosten? Nog nooit hadden we zoveel rechtstreeks contact met onze klanten. Kanters werd plots een soort van platform waar kappers terecht konden met al hun vragen.”
De nieuwbouw zal dan ook fungeren als fysieke ontmoetingsplaats. “Want ook na corona zullen de vragen blijven om de business rendabel te kunnen maken”, besluit het koppel.